Jongeren als voorhoede van de nieuwe economie? (1/3)

Jongeren zijn de toekomst, luidt het cliché. Hun attitudes en gedrag weerspiegelen de maatschappij zoals die zich de komende decennia zal ontvouwen. Een belangrijke vraag is dus in welke mate het jonge volkje van vandaag nadenkt over de economie van de toekomst. Is het klaar voor nieuwe opvattingen van vooruitgang, meerwaarde en samenwerking? Zijn jongeren geneigd mee te stappen in de circulaire economie, in fenomenen zoals ‘collaborative production and consumption’ en de deeleconomie, of blijven het buzzwords van een kleine hoogopgeleide elite?

Het is gevaarlijk om generaties te veralgemenen, toont Ben Schreckinger aan op Politico. De labels die experts ter zake toeschrijven aan de zogenaamde ‘Millennials’, bijvoorbeeld, berusten meestal op anekdotisch bewijs en vooringenomenheid. Hun analyses leiden om die reden tot volstrekt tegengestelde conclusies. Zo schreef het Amerikaanse blad Time vorig jaar over ‘the Me Me Me Generation’, als zouden Millennials een samenraapsel van narcistische egoïsten zijn. De bekende denktank  Brookings Institution beweert daarentegen dat Millennials net meer geneigd zijn om het welzijn van de groep voorop te stellen in plaats van individueel succes.

christiaan-triebert-flickr-forced-perspective

Kortom, definitieve uitspraken formuleren over jongeren of bepaalde generaties is een schier onmogelijke uitdaging. Het zou bovendien oneer doen aan de ongelooflijke diversiteit onder jongeren. Wel is het mogelijk om het ‘potentieel’ van jongeren te duiden op basis van enkele maatschappelijke trends of invloeden. Dat wil niet zeggen dat de transitie naar een duurzamer begrip van eigendom en gebruik van goederen automatisch zal voortvloeien uit dat potentieel bij jongeren. Wel kunnen overheden, burgers, organisaties allerhande en dus ook bedrijven ze gebruiken, beïnvloeden en versterken ten gunste van die transitie.

Michel Bauwens vertelt een gelijkaardig verhaal over de peer-to-peer economie. Bauwens identificeert vier scenario’s voor de toekomst van p2p. Welke piste we effectief bewandelen hangt in grote mate af van de sociale krachtsverhoudingen en de actoren die er in slagen de ruilwaarde in p2p-initiatieven te realiseren. Dat geldt ook voor de rol van jongeren in de deeleconomie. Wanneer econoom en duurzaamheidsgoeroe Herman Wijffels pleit voor “een circulaire economie die veel meer gebaseerd is op samenwerken en delen,” moeten we dus op zoek naar structurele factoren die aangeven waarom jongeren al dan niet ontvankelijk zijn voor zo’n mentale revolutie.

Je bent wat je deelt

Een eerste factor schuilt in een vernieuwd concept van status en identiteit bij heel wat jongeren. Dat heeft te maken met een begrip dat Russell Belk in 1988 samenvatte als ‘the extended self’. Bepaalde bezittingen, zoals een wagen, kleren of een dierbaar kleinood, identificeren we als een onlosmakelijk deel van onszelf. Denk aan de manier waarop voorwerpen ritueel behandeld worden na de dood in heel wat culturen, aan de manier waarop mensen een gevoel van verlies van zichzelf ervaren wanneer dierbare voorwerpen gestolen of vernietigd worden, of hoe bezittingen de identiteit van adolescenten mee helpt vorm te geven. Kernachtig samengevat_ ‘je bent wat je bezit.’

Lighter Than Air

Dit klassieke stramien is de voorbije jaren veranderd door twee fundamentele fenomenen. Er is ten eerste een groeiend besef omtrent de noodzaak van duurzaamheid en zorg om het milieu. Hoewel nog geen consensus bestaat omtrent de oplossing op die uitdaging, is het in vraag stellen van materialisme alleszins geen nichebezorgheid meer. Ten tweede heeft Belk het nu zelf over een tendens naar ‘dematerialisering’ van heel wat van onze bezittingen, dankzij de ontwikkeling van computers, het internet en sociale netwerken. Die laatste zorgen voor een ‘co-constructie’ van onze identiteit. Andere mensen dragen via interactie op sociale media bij tot ons ‘extended self’ op een nooit geziene schaal. Onderzoek wijst uit dat dit – niet verwonderlijk – vooral van toepassing is in de psychologische ontwikkeling van jongeren.

Kortom: ‘je bent niet meer zozeer wat je hebt, nu ben je vooral wat je deelt.’ Die attitude is niet uitsluitend van toepassing op jongeren en zeker niet alle jongeren zijn erdoor bevangen, maar ze gaan er veel gemakkelijker en natuurlijker mee om dan de meeste volwassenen. De shift van materiële statussymbolen naar een eerder immateriële authenticiteit en duurzaamheid, zoals de populariteit van de ‘hippe en trendy’ DIY-cultuur aantoont, geeft aan dat jongeren conceptueel meer geneigd zijn tot het idee van delen, althans in vergelijking met de generatie van hun ouders. De revolutie van kwantiteit naar kwaliteit vindt dus al een zekere weerklank, ook al is ze nog beperkt en bevindt ze zich in een embryonaal stadium.

Dit is het eerste deel uit een driedelige reeks van Olivier Beys over jongeren en de nieuwe economie. In de volgende blogpost in deze reeks: Hoe gaan jongeren om met de doorgedreven individualisering van de maatschappij?

Foto: Lawrence Wang (flickr)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2795   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2795  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.