Moet passie jongeren in de koelkast? (3/3)

Deel een en deel twee van deze reeks over jongeren en de nieuwe economie behandelden twee cruciale factoren_ de shift in denken over bezit en eigendom en de houding van jongeren ten opzichte van individualisering en vermarkting. Twee factoren die een basis zijn voor een ander economisch model, maar dat is zeker geen evidentie.

Er zijn wel enkele redenen te bedenken waarom de ontvankelijkheid voor de deeleconomie enerzijds, en de drang of nood aan sociale interactie bij jongeren anderzijds, niet automatisch zal leiden tot een concreet engagement of een fundamenteel verschillende levensstijl. Een belangrijk obstakel is de eerder pessimistische houding bij jongeren. Het onderzoeksbureau IPSOS Mori publiceerde dit jaar cijfers over de toekomstverwachtingen van jongeren in twintig landen, waaronder ook België.

Slechts 12% van de jongeren (gedefinieerd als jonger dan 30 jaar) in ons land denkt dat zijn generatie het beter zal hebben dan die van hun ouders, een fel contrast met Chinese jongeren (78%) en andere groeilanden (Brazilië: 48%, Turkije_ 47%, India_ 46%). Overigens denken niet alleen de jongeren zelf maar ook hun ouders dat het slechter zal gaan (60% tegenover 13% die denkt dat jongeren een beter leven zullen hebben).

The Reader II, 10 Benefits of Reading, Daniel Prizont (Flickr)

Vooruitgangsdenken onder water

Dat heeft in sterke mate te maken met het vooruitgangsdenken dat in de 19de en 20ste eeuw gangbaar was. Of iemand zijn leven al dan niet beter inschat ten opzichte van zijn of haar ouders, hangt af van toenemende materiële consumptie en carrièreperspectieven. Voor jongeren in de 20ste eeuw was groei en vooruitgang in de vorm van meer materiële consumptie of – breder gesteld – welvaart inderdaad een reëel perspectief. Intussen is de wervende kracht van dat verhaal fel verwaterd. Zo schommelt de jeugdwerkloosheid in Europa rond de 25% (in België rond de 23%), wat in ons land overeenkomt met 100.000 werkzoekende jongeren.

Werk is nog steeds een bron van inkomsten, erkenning en zelfvertrouwen. Het ontbreken ervan zorgt voor sociale spanning, onzekerheid en heeft aldus een negatieve impact op de mentale gezondheid. Wie niet werkt, telt niet mee. Politieke participatie vermindert en vertrouwen in de samenleving neemt af. Dat is overigens ook zo bij een toenemend aantal jongeren die in precaire, weinig uitdagende jobs belanden – zoals de econoom Guy Standing dat buitengewoon scherp samenvat in zijn boek ‘The Precariat_ The New Dangerous Class.

EXIT I love techno, Brussels, Belgium © laura burbaite

Geen wonder dus dat jongeren geen perspectief of verhaal zien dat hen stimuleert en voortstuwt. En dat is belangrijk. Economie wordt vaak gereduceerd tot cijfertjes en macro-economische trends, maar in essentie gaat het om vertrouwen in de toekomst. Om risico en initiatief te nemen moet een vruchtbare context bestaan waarin mensen en zeker jongeren kunnen experimenteren en hun creativiteit kunnen botvieren. Het discours dat we opnieuw het abstracte begrip van groei moeten herlanceren, en dat daarvoor sociaal-economische hervormingen nodig zijn, is contradictorisch voor veel jongeren. Het is net die flexibilisering die de zwaksten, waaronder jongeren dus, in precaire (werk)omstandigheden duwt.

Flexinsecurity

Nu zijn jongeren van nature meer geneigd om flexibeler te zijn in hun levenswandel. Jongeren zijn dus effectief bereid om meer flexibiliteit aan de dag te leggen – en zijn er soms vragende partij voor. De voorwaarde is wel dat men voldoende veiligheid inbouwt, zoals het Deense model dat doet. De Denen voorzien in sterke publieke diensten en uitkeringen als buffer voor de gevraagde flexibiliteit, in combinatie met een actief arbeidsmarktbeleid dat voorziet in opleidingen en begeleiding. Het model diende als blauwdruk voor de 2020 strategie van de Europese Unie, maar is intussen volledig uitgekleed. Onder invloed van de crisis is het een wapen gebleken om flexibiliteit op de arbeidsmarkt te vergroten ten gunste van het concurrentievermogen. Over de andere kant van de medaille, het versterken van de veiligheid en geborgenheid waar initiatief en creativiteit kunnen gedijen, wordt tegenwoordig zedig gezwegen. Geen ‘flexicurity’ maar ‘flexinsecurity’ dus.

Onderwijshokjes

Het potentieel van jongeren waarvan eerder sprake is dus geen vanzelfsprekendheid. De meerderheid van de jongeren baseert zijn of haar verwachtingen op het klassieke kader uit de 20ste eeuw. Het is zaak om hen de mogelijkheden en opportuniteiten van een nieuwe economie duidelijk te maken. Ondersteuning vanuit diverse sectoren (overheid, middenveld, onderwijs, bedrijfsleven, …) is daarin onontbeerlijk. Zij kunnen daarbij gebruik maken van de ontvankelijkheid bij jongeren voor de deeleconomie en de kleinere mentale weerstand bij het concept ‘delen’, in vergelijking met de generaties van hun ouders.

Josh, Conor Martin (Flickr)

Voor het onderwijs is wellicht een cruciale rol weggelegd. Ten gronde zitten we ook daar nog steeds in het paradigma van de industriële tijd, met een onderwijs dat de economie van toen weerspiegelt_ een lineair model met een obsessie voor hoger onderwijs als het nec plus ultra. Dankzij de standaardisering van het onderwijs gieten we jongeren in hokjes. Elk jaar leveren scholen en universiteit een lading gelabelde arbeidskrachten voor welbepaalde, specifieke functies. We dwingen ze te conformeren en te beantwoorden aan de arbeidsmarkt zoals ze er vandaag uitziet. Bovendien dienen ze te concurreren met elkaar, het idee van samenwerking is grotendeels afwezig in de huidige logica waarin jongeren opgeleid worden om met elkaar te wedijveren op de arbeidsmarkt. Maar de tieners van vandaag komen terecht op een arbeidsmarkt die er fundamenteel anders zal uitzien – en niemand die precies weet welke competenties en ervaringen er precies nodig zullen zijn.

In die nieuwe economie moeten we mensen aan het werk zetten die voorbereid zijn op een steeds veranderende maatschappij en technologie. We moeten dus veerkrachtige mensen opleiden en inzetten op competenties en talenten die robots en computers niet hebben, zoals creativiteit, esthetiek, interdisciplinariteit en het leggen van verbanden, en waar samenwerken — de kracht van de crowd ontsluiten dus — een normale zaak is. Kortom die zaken die een toegevoegde waarde voor en door mensen betekenen. Dat veronderstelt dat men mensen toelaat hun eigen oplossingen te bedenken op basis van hun talenten en waar ze hun interesses ten volle kunnen ontplooien. Het is geen toeval dat de meest innovatieve bedrijven diegene zijn waarin werknemers kunnen experimenteren, eigen accenten kunnen leggen en hun creativiteit kunnen uitleven.

My Generation, Mauro Cola (Flickr)

Passie in de koelkast?

Het watervalsysteem in België zit daar mijlenver vandaan. Het zorgt voor demotivatie en stimuleert onvoldoende de creativiteit en het combineren van verschillende competenties. We doden de passie en de drive die nodig is voor innovatie en nieuwe ideeën. Dat het anders kan, bewijzen Oostenrijk en Finland bijvoorbeeld. In Oostenrijk wordt volop ingezet op het opwaarderen van technisch onderwijs en stages, waardoor het diploma van ‘meister’ of vakman een hoog aanzien heeft – in tegenstelling tot een TSO-of BSO-diploma in België. In Finland krijgen jongeren een enorm breed curriculum voorgeschoteld. Scholen zijn er niet geobsedeerd door testen, maar focussen op ondersteuning van leerlingen in de ontplooiing van hun talenten en interesses.

Om die kentering in mentaliteit mogelijk te maken op grote schaal, zullen we ‘de tirannie van het gezond verstand’ te lijf moeten, zoals onderwijsexpert Ken Robinson het met een boutade samenvat. Geen gemakkelijke opdracht in deze tijden.

Green Wave, Mario Bellavite (Flickr)

Dit artikel is het derde deel uit een driedelige reeks. Lees hier deel 1 ‘Jongeren als voorhoede van de nieuwe economie?’ en deel 2 ‘Jongeren volgen hun eigen kompas.’

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.