Het gaat in Washington al weken over weinig anders dan de Green New Deal die een aantal politici van de Democratische Partij hebben voorgesteld. Alleen al door de visionaire daadkracht die het plan ademt , is het als een bries frisse lucht in een bedompte kamer, zegt Ewald R. Engelen in zijn column.
Anya Topolski heeft de voorbije weken en maanden met veel belangstelling de wekelijkse #YouthforClimate-protesten gevolgd. Wat haar opviel: het plezier waarmee de jongeren protesteren. En de vaststelling dat politiek en media niet goed weten hoe om te gaan met dat plezier.
Toen ze haar zoons wilde idee van de tocht naar Brussel vernam, was Bieke Purnelle allesbehalve enthousiast. Om het plan uit z’n hoofd te praten zette ze diverse tactieken in. Zonder resultaat.
Enkele duizenden jongeren spijbelden donderdag om de politici in Brussel met aandrang te vragen een deftig klimaatbeleid te voeren. Ze maakten MO*columniste Bieke Purnelle onredelijk blij, met hun zelfverzekerde gejoel en hun jeugdige vastberadenheid.
Het is een beetje in. Het verbinden. Misschien is het wel belangrijk dat we dat woord een beetje spaarzaam gebruiken en niet als een excuus om niet te moeten kijken of om te vluchten van wat op ons afkomt.
We liepen daar met vele duizenden, die zondag in Brussel. Het zou de grootste klimaatmars ooit worden, zo zou blijken. Onderweg maakten we grappen, omdat het soms letterlijk voor geen meter vooruitging.
Misschien hebben we een ander soort vernuft nodig voor de wereld van morgen, waarbij we het woord vooruitgang redden uit de klauwen van een vernietigende moderniteit.
Wat zou de stilte kunnen betekenen in een tijd van gekwebbel en klimaatverandering? Het zou een interessante vraag kunnen zijn. Misschien is de vraag wel genoeg.
Terwijl haar medemensen puffen en kreunen op de warmste zomerdagen, gaat MO* columniste Bieke Purnelle gezwind aan het huppelen van zodra het kwik boven de Belgische gemiddelden uitklimt. Bij de huidige hittegolf krijgt ze het wel heel warm onder de voeten.
Aandacht vragen voor de ernstige ecologische en dus rechtvaardigheidsuitdagingen van onze planeet is geen doemdenken. Zeggen dat we toch niets kunnen veranderen aan wat er op ons afkomt, is dat wel.