Andes-indianen redden de vicuña

De vicuña, het kleine en wilde neefje van de lama, lijkt definitief gered. De gracieuze vierbener uit de Andes, die in zones boven de 4000 meter leeft, leek in de jaren 80 nog op weg uit te sterven, maar intussen komen er in Peru en Bolivia alweer 164.000 vicuña’s voor. De voorbije eeuw werd de soort genadeloos bejaagd voor de exclusieve wol die de dieren leveren. Bescherming hielp niet, tot de Peruaanse overheid besliste de kuddes toe te wijzen aan de indianengemeenschappen in de bergen.




Wetenschappers gaan ervan uit dat er in de tijd van de Inca’s meer dan twee miljoen vicuña’s door de Andes zwierven, in een gebied dat ongeveer samenvalt met het vroegere Incarijk en dat nu gedeeld worden door Ecuador, Peru, Bolivia, Chili en Argentinië. Voor de Inca’s behoorden alle vicuña’s toe aan hun heerser en was het verboden de dieren te doden. Ze werden wel af en toe behoedzaam samengedreven om hen te kunnen scheren. Dat gebeurde tijdens de zogenaamde chaco, een feestelijk evenement waarbij lange mensenkettingen de wilde kuddes naar tijdelijke kralen begeleidden.

Ook tijdens de koloniale tijd bleven de vicuña’s grotendeels ongedeerd, omdat de bevolking in de afgelegen gebieden waar ze voorkomen, bleef vasthouden aan het respect dat hun voorouders opbrachten voor de dieren. Maar aan het begin van de 19de eeuw ontdekte de Parijse modewereld de vicuñawol. De vraag schoot omhoog, en steeds meer jagers maakten zich op weg in de bergen. Vicuñawol is fijner dan kasjmir en peperduur: een kilogram kost 360 tot 540 euro, afhankelijk van de behandeling die de wol al heeft ondergaan. Eén vicuña levert maar ongeveer 200 gram wol per scheerbeurt. De dieren planten zich niet voort in gevangenschap, en zelfs ruwe vangstmethodes als het gebruik van lasso’s worden de elegante Andeskamelen fataal. Daarom werden de vicuña’s massaal neergelegd om hun wol te bemachtigen.

De Peruaanse regering probeerde al vanaf de jaren 40 de slachting te stoppen, maar zonder succes. In 1965 waren er in heel de Andes en in alle dierentuinen over heel de wereld nog maar 25.000 exemplaren over. Tien jaar later werd de vicuña opgenomen op de Cites-lijst met bedreigde diersoorten, waardoor de verkoop van producten uit vicuñawol wereldwijd verboden werd. Maar de slachtpartij ging door. De kentering kwam er pas in 1987, na een beslissing van de Peruaanse regering om de overblijvende kuddes toe te wijzen aan de indianen die in die gebieden wonen. Die gemeenschappen oogsten de wol weer op traditionele wijze, en patrouilleren als het nodig is gewapend om stropers op afstand te houden. De overheid zette ook coöperaties op die de boeren helpen de wol te vermarkten.

Die aanpak bleek een tovermiddel. Nu leven er alweer 149.000 vicuña’s in Peru en 15.000 in Bolivia. Volgens Rony Garibay, een expert van de Conacs, een Peruaanse overheidsinstelling voor de bescherming van alle lamasoorten, kan de populatie binnen enkele jaren aangroeien tot 300.000 dieren. Antonio Brack Egg, een andere expert, recent voor dat Peru in 2021 weer 1 miljoen vicuña’s kan tellen: zoveel dieren kunnen er leven op de 10 miljoen hectaren schrale bergweiden die niet voor de landbouw kunnen worden gebruikt.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.