Antiterreurwetgeving VS leidt tot selectieve handhaving burgerrechten

De antiterreurwetgeving in de Verenigde Staten heeft ertoe geleid dat immigranten geïntimideerd worden en nauwelijks nog wettelijke bescherming genieten. De regering voert een tweesporenbeleid waarin bescherming van burgerrechten meer en meer gebaseerd is op etnische afkomst. Dat constateert de Amerikaanse Commission on Civil Rights in een rapport.



Na de terroristische aanslagen van 11 september 2001 zijn Arabische Amerikanen en moslims in toenemende mate slachtoffer geworden van de zogenoemde ‘racial profiling’, beoordeling van mensen op grond van hun etnische achtergrond en religie. De vooroordelen en vooronderstellingen van wetshandhavers werken door in routineprocedures op veiligheidsgebied, aldus het rapport. Arabische Amerikanen en moslims beklagen zich dat personeel van luchtvaartmaatschappijen en vliegvelden hun toegang weigert tot vliegtuigen. Ook zouden ze zonder reden gefouilleerd worden of op andere manieren worden lastiggevallen. In sommige gevallen werden ze uit vliegtuigen verwijderd, omdat de bemanning of de passagiers zich niet veilig voelden, meldt het rapport.

Het veiligheidsbeleid leidde op grote schaal tot arrestaties, gedwongen registratie en het uitgebreid volgen van mensen uit het Midden-Oosten. Het rapport is vooral kritisch over het Amerikaanse federale ministerie van Justitie (DOJ), waar het FBI en het Departement van Binnenlandse Veiligheid (DHS) onder vallen.

De Commission on Civil Rights die het rapport uitbracht, is een onafhankelijk instituut van de federale regering. ‘Racial profiling’ is volgens de commissie gebaseerd op de gedachte dat individuen van een bepaalde etnische afkomst eerder geneigd zijn te ontsporen. Dat idee is in strijd met de grondwet vastgelegde gelijkheid, die selectieve wetshandhaving verbiedt.

Na de aanslagen van 11 september werd het beveiligen van de Amerikaanse grenzen een van de belangrijkste taken, zegt het rapport. Honderden Arabieren, Arabische Amerikanen en moslims werden gearresteerd voor het onderzoek dat volgde op de aanslagen. Volgens de commissie had het federale ministerie van Justitie twee maanden na de aanslagen al 1100 mannen van Arabische en Zuid-Aziatische afkomst gearresteerd en vastgezet. De identiteit van de arrestanten werd niet bekend gemaakt. Ook werd geen reden gegeven voor de arrestaties, zelfs niet aan de familie. Veel gedetineerden zijn mishandeld door bewakingspersoneel. Ze werden bespoten met koud water, werden gedwongen om staand te slapen en kregen geen eten of juridische bijstand.

In totaal zijn sinds 11 september 2001 ongeveer 5000 mensen gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij terroristische activiteiten. Veroordelingen zijn er tot nu toe niet geweest. Veel arrestanten werden echter het land uitgezet, op grond van minimale overtredingen van de visumwet.

De inspecteur-generaal van het federale ministerie van Justitie constateerde in april vorig jaar in een rapport al onregelmatigheden bij zijn departement. Hoewel we de moeilijke omstandigheden waaronder het departement moet werken erkennen, zijn aanzienlijke problemen geconstateerd bij de manier waarop gevangen worden behandeld, aldus het rapport. De inspecteur meldt dat tussen december 2001 en juni 2002, 34 klachten werden geregistreerd over schending van de burgerrechten. In een aantal gevallen werden islamitische of Arabische gedetineerden geslagen. In totaal kwamen er in de zes maanden na de invoering van de Patriot Act, de antiterreurwet, 1073 klachten binnen.

De schendingen van de burgerrechten vonden grotendeels plaats onder verantwoordelijkheid van minister van Justitie John Ashcroft. Hij kondigde vorige week zijn pensioen aan en wordt opgevolgd door Witte Huis-adviseur Alberto Gonzales. Gonzales is auteur van een omstreden nota waarin hij voorstelt om gedetineerden te bestempelen als ‘vijandige strijders’. Op die manier zouden ze niet meer onder bescherming van de conventies van Genève vallen. Volgens Gonzales zijn de conventies van Genève, als het om de behandeling van oorlogsgevangenen gaat, verouderd.

In november 2001 gaf Ashcroft opdracht om ongeveer 5000 Arabische en Aziatische mannen tussen 18 en 33, die zonder immigrantenvisum de VS waren binnengekomen, op vrijwillige basis te ondervragen. De mannen werden niet verdacht van betrokkenheid bij de aanslagen, maar de interviewers moesten informeren naar hun religieuze beleving, hun mening over de Amerikaanse overheid en hun immigratiestatus. Volgens het rapport werkten veel mannen mee aan de interviews, omdat ze anders bang waren zichzelf verdacht te maken. (JS/PD)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.