Canadese olie kan macht van Opec breken

Canada heeft na Saudi-Arabië de grootste olievoorraad ter wereld is en misschien zelfs kortweg de grootste olievoorraad. Die opmerkelijke stelling staat in een rapport van de Commissie Economie van het Amerikaanse lagerhuis.

Canada bekleedt de 7de plaats in de ranglijst van olieproducerende landen. De analyse voorspelt dat Canada het volgende decennium sowieso naar de vijfde plaats zal opschuiven.

Met extra investeringen is nog meer mogelijk. De studie “Canadian Oil Sands: A New Force in the World Oil Market” acht op tien jaar een verdubbeling haalbaar. Dat kan de almacht van het oliekartel Opec ondergraven. De VS zouden op die manier minder afhankelijk worden van olie uit het Midden-Oosten en uit Latijns-Amerika.

“De grote Canadese oliereserves en hun snelle ontwikkeling betekenen goed nieuws voor consumenten in de VS en in de hele wereld. De reserves kunnen nu slechts een beperkte hoeveelheid olie leveren. Hun ontwikkeling is precies wat de Opec hoopt te vermijden”, zegt Jim Saxton, de Republikeinse voorzitter van de Commissie die het rapport afleverde. In de Commissie zetelen zowel Democraten als Republikeinen.

De Canadese provincie Alberta herbergt een reserve van 315 miljard vaten ruwe olie op een totaal van 1700 tot 2500 miljard vaten, stelt het rapport. Dat is ongeveer 40 keer de jaarlijkse olieconsumptie van de VS. Momenteel worden er in Alberta meer dan één miljoen vaten per dag opgepompt. Om de oliereserves aan te boren, zijn wel grote investeringen nodig.

De Canadian American Business Council (CABC) ondersteunt de these. De organisatie stuurt aan op nauwere samenwerking tussen de Noord-Amerikaanse buren. Later deze week organiseert het een dialoog over “stijging van de beschikbare energievoorraad”. En Ralph Klein, de premier van Alberta, plant een bezoek aan het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken.

Deze week, die door de Republikeinen is omgedoopt tot Week van de EnergiHet regent het in de VS waarschuwingen over een nakend energietekort. Waarschijnlijk zet het Amerikaanse parlement deze week nog het licht op groen voor proefboringen in de zee.

Veel parlementsleden zijn ervan overtuigd dat de Opec bewust aanstuurt op een olietekort en torenhoge olieprijzen. Daarnaast is er de bezorgdheid over wat een mogelijke aanval op Iran met de olieprijs kan doen. En het gonst van de geruchten dat de populistische president van Venezuela de oliekraan dicht zal draaien. Een rapport van het Pentagon, gelekt naar de krant de Financial Times, waarschuwt dat de populistische politiek in Latijns-Amerika die olie-export bedreigt.

Het rapport geeft toe dat de milieukost van een ontginning van de Canadese olievelden hoog is. Voor de ontginning van elk vat olie gaan 80 kilo broeikasgassen de lucht in en moeten er twee tot vier vaten afvalwater gedumpt worden.

De Natural Resources Defence Council reageert afwijzend op het rapport. Het parlement maakt beter werk van een wet die door middel van deadlines komaf maakt met de Amerikaanse olieverslaving, zegt de milieugroep. Te beginnen bij zuiniger voertuigen en een stimulans van het openbaar vervoer.

Eerder deze maand pleitte het Worldwatch Institute voor een massale investering in biobrandstof als ethanol en biodiesel. Biobrandstoffen zouden de komende 25 jaar 37 procent van de Amerikaanse brandstofbehoefte voor vervoer kunnen dekken, aldus dat rapport, zelfs 75 procent als de auto’s zuiniger worden.

Het Sustainable Energy Network, dat zowel milieugroepen als bedrijven vertegenwoordigt, pleit dan weer voor geothermale energie. Het Witte Huis stelt voor om het onderzoek naar die duurzame energiebron te stoppen tegen 2007. (MM/ADR)

Emad Mekay