De martelkamer van Latijns-Amerika

In Venezuela worden elk jaar tientallen mensen standrechtelijk geëxecuteerd door de veiligheidsdiensten. Dat zegt de bekende mensenrechtenorganisatie PROVEA in haar jaarrapport, dat voor de zoveelste keer getuigenissen over moorden en martelingen optekent. De regering onderneemt niets om de jaarlijkse gruwellijst in te korten.


In een dorp in de zuidoostelijke Guayana-regio werd een 14-jarige dorpsjongen begin januari gegrepen door de Venezolaanse Nationale Garde. Ze hingen hem naakt aan een boom en ranselden hem af met een stok. Toen hij de namen van zijn gezochte dorpsgenoten niet meteen prijs gaf, staken ze een pistool in zijn mond en vervolgens dreigden ze ermee zijn testikels af te snijden.

De jonge campesino was één van de twaalf dorpelingen die rond het jaareinde gemarteld werden in zes gehuchten in Guayana. De Nationale Garde was er op zoek naar de ontvoerders van twee zakenmannen. Het verhaal werd opgetekend door een regionaal kantoor van de openbare aanklager uit de mond van verschillende getuigen. De ontvoeringszaak is het jongste schandaal op de indrukwekkend lange kerfstok van de Venezolaanse veiligheidsdiensten.

Dat die zich regelmatig te buiten gaan aan standrechtelijke executies, blijkt nogmaals uit het jaarrapport van het Programma voor Mensenrechteneducatie (PROVEA). De prominente mensenrechtengroep tekende 165 verhalen op over standrechtelijke executies die de veiligheidsdiensten tussen oktober 2002 en september 2003 uitvoerden. PROVEA documenteert ook 15 gevallen van marteling waarvan 30 mensen het slachtoffer werden. Dat zijn er, voor de annalen, bijna dubbel zoveel als in het vorige jaarrapport.

In de wetteloze deelstaat Aragua opereren doodseskaders die ter plaatse over de tong gaan als ‘verdelgingsgroepen’ door hun slachtoffers te martelen alvorens ze te doden. In de helft van de 23 deelstaten zijn dergelijke dooseskaders actief. Ze opereren in de schaduw van de lokale politie, die de misdaad niet onder controle krijgt.

Een opmerkelijk voorbeeld van politiegeweld is de zaak-Díaz. Zonder enige vorm van uitleg viel de politie binnen in het huis van de gelijknamige familie. Toen de 21-jarige Robert daar bezwaar tegen maakte, schoten de agenten hem neer. Daarop werd Robert uit zijn huis gesleurd en in de wagen geduwd. Zijn vader Octavio (58) en zijn broer David (23) vertrokken meteen richting ziekenhuis maar onderweg troffen ze het gezelschap aan langs de kant van de weg. De agenten stonden Robert in een gracht te martelen. Geen van de drie Díaz’ bracht het er levend vanaf. Roberts vriendin spande nadien een rechtszaak in die nooit tot een einde werd gebracht. De autopsie wees erop dat haar dode vriend gestikt was in de modder, maar de zaak werd medio 2003 geseponeerd nadat ze zelf vermoord werd na herhaalde doodsbedreigingen.

Marteling “is in Venezuela al jaren een gebruikelijke verhoortechniek,” zegt van Laura Roldán van het Justice and Peace Support Network. Maar er is geen enkele wet die dat probleem specifiek aanpakt, waardoor openbare aanklagers en rechters machteloos zijn.” Marteling is wel verboden in de grondwet die president Hugo Chávez in 1999 herschreef, en het land heeft het VN-verdrag tegen marteling en andere internationale verdragen wel ondertekend, maar een strafrechtelijke basis voor vervolging is er niet.

De praktijken van de veiligheidsdiensten zijn nochtans genoegzaam bekend. In november 2002 al maakte het Bureau van de Ombudsman (een aanspreekpunt voor burgers wiens rechten worden geschonden) aan de Verenigde Naties een rapport over waarin de favoriete foltertechnieken van het leger en de politie in detail beschreven werden. Geslachtsdelen onder stroom zetten en het afranselen van verdachten wiens hoofd in een plastic zak zit, stonden bovenaan het lijstje.

Die praktijken worden al beschreven sinds het midden van de vorige eeuw, zowel onder militaire regimes als onder democratisch verkozen regeringen. Het Justice and Peace Support Network documenteerde 143 gevallen van martelingen tussen 1999 en 2003. “Maar geen enkele officier werd beschuldigd, laat staan veroordeeld, voor marteling. Wij werken hier nu al 19 jaar op, maar dat leverde niet één veroordeling op,” zegt Roldán.

Volgens mensenrechtengroepen past de brutaliteit van de ordediensten in de algemene geweldcultuur die Venezuela in zijn greep heeft. In Venezuela bestaat er een soort van sociale legitimering voor standrechtelijke executies, lynchpartijen en andere excessen, zegt PROVEA-coordinator Carlos Correa. “Het is één van de gevolgen van de gestegen criminaliteit, en in het bijzonder van het stijgend aantal moorden.” Venezuela kent een moordgraad van 44 per 100.000 inwoners en staat daarmee in de kopgroep van Latijns-Amerika. In 2003 hebben 11.037 Venezolanen mekaar afgeslacht, 1400 meer dan het jaar voordien. Volgens Roldán is de stijging te wijten aan de toegenomen vijandigheid tussen pro- and anti-Chávez groepen. De politieke polarisering maakt een preventiebeleid onmogelijk. “Helaas kijken de politieke leiders de andere kant op.”

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.