Democratie heeft veel glans verloren voor Latijns-Amerikanen

Het UNDP liet in 2002 20.000 mensen in de 18 landen van de regio ondervragen. Daaruit blijkt dat veel mensen zwaar ontgoocheld zijn in het herstel van de democratische instellingen dat ze de voorbije decennia met bloed en tranen wisten af te dwingen. Die democratisering is onvoldoende tegemoet gekomen aan de politieke, sociale en economische aspiraties van de Latijns-Amerikaanse bevolking, stelt het UNDP vast. De economische groei schiet te kort, er blijft een grote kloof bestaan tussen rijk en arm, de openbare voorzieningen en het gerecht werken niet goed. Dat zorgt voor veel onvrede en knaagt aan het geloof dat verkiezingen de beste manier zijn om te bepalen hoe landen bestuurd worden en wie dat moet doen.

Meer dan 56 percent van de ondervraagden acht economische ontwikkeling belangrijker dan democratie. 58 procent vindt het niet verkeerd dat een staatshoofd soms de wetten in zijn land overtreedt. Veel Latijns-Amerikanen hebben ook weinig vertrouwen in de instellingen die de huidige democratie vorm geven. 40 procent gelooft dat een democratie ook perfect werkbaar kan zijn zonder politieke partijen, en volgens 38 procent is er zelfs geen parlement nodig. Bijna 80 procent van de 20.000 mensen die bevraagd werden, stelt dat de echte macht toch in handen ligt van grote ondernemers en financiële instellingen.

Volgens het UNDP moeten de landen in de regio af van een democratie die enkel via verkiezingen functioneert; Latijns-Amerika moet naar een “burgerdemocratie” evolueren, waarin plaats is voor veel meer participatie en een constante terugkoppeling tussen de bevolking en haar vertegenwoordigers.

Aan het UNDP-onderzoek werkten 32 regeringsleden en ex-ministers mee, samen met vertegenwoordigers van regionale organisaties, academici en waarnemers uit andere werelddelen. Naast 20.000 gewone Latijns-Amerikanen werden ook 231 politieke leiders uit de regio ondervraagd.