Donorlanden gul maar kritisch tegenover Wereldbank

De Wereldbank maakte vrijdag de namen van zes nieuwe donorlanden bekend: China en Egypte, twee voormalige begunstigden van de IDA, en de nieuwe EU-staten Cyprus, Estland, Letland en Litouwen.
Door de nieuwe toezeggingen kan de Wereldbank de komende vier jaar waarschijnlijk 41,6 miljard dollar (28,5 miljard euro) overmaken aan zowat 80 van de armste ontwikkelingslanden. De IDA moet die landen helpen bij armoedebestrijding en hen op de weg van duurzame ontwikkeling zetten.
Kritiek op voorwaardenbeleid
Maar er is kritiek op de manier waarop de Wereldbank die opdracht uitvoert. Noorwegen hield 4,2 miljoen dollar (2,9 miljoen euro) in uit onvrede over het privatiseringbeleid dat de Wereldbank de ontvangende landen opdringt. Volgens de Noorse regering gebruikt de instelling de goedkope leningen als drukkingsmiddel om landen ertoe aan te zetten de rol van de staat in de drinkwatervoorziening, de gezondheidszorg en het onderwijs terug te schroeven.
De Wereldbank zegt dat ze dergelijke voorwaarden niet langer oplegt. Maar uit een onderzoek van Eurodad, een actiegroep die rond de schuldenproblematiek werkt, bleek vorige week dat dit nog het geval is bij zeven van de tien leningen die de Wereldbank toekent voor armoedebestrijding.
Hulporganisaties probeerden de Britse regering ertoe te brengen het Noorse voorbeeld te volgen, maar dat lukte niet. Met 4,1 miljard dollar (2,8 miljard euro) stelde Groot-Brittannië voor het eerste in de geschiedenis van de IDA meer geld ter beschikking dan de VS, traditioneel de grootste donor.
De Wereldbank wil arme landen de komende jaren in staat stellen de gevolgen van de klimaatverandering tegen te gaan en zal hen ook helpen te investeren in regionale integratie en in infrastructuur. De Bank wil ook meer geld uittrekken voor landen die uit een conflictsituatie komen.
De renteloze leningen die de Bank via de IDA toestaat kunnen over een periode van 35 tot 40 jaar worden terugbetaald. Landen met een zware schuldenlast kunnen ook giften krijgen. De helft van de begunstigde landen ligt in Afrika.