Gebrekkige riolering kost Laos 138 miljoen euro per jaar

De Wereldbank schat dat de afwezigheid van modern sanitair en goede drinkwatervoorziening in grote delen van Laos het land per jaar 138 miljoen euro kost. Dat is 5,6 procent van het bruto binnenlands product van het land.
Gezondheidsproblemen en de ziektekosten en het werkverlet die daarmee samenhangen, zijn goed voor 60 procent van die kosten. Daarnaast tikt ook het tijdverlies van miljoenen mensen die elke dag ver van hun huis zuiver water moeten halen of een afgelegen plaats opzoeken om zich te ontlasten aardig aan. Ook toeristen die afhaken omdat ze schrik hebben van het water of van besmettelijke ziekten in Laos, doen het land geld mislopen.

Veel vliegen in één klap

Forse investeringen in sanitaire voorzieningen zouden de regering van Laos helpen verschillende van haar ontwikkelingsdoelstellingen makkelijker te realiseren, zegt Guy Hutton, de auteur van het rapport en een leidende econoom van het Programma rond Water en Sanitaire Voorzieningen (WSP) van de Wereldbank.
Bronnen en oppervlaktewater zouden minder vervuild raken, waardoor meer mensen op meer plaatsen aan veilig drinkwater kunnen komen. Besmettelijke ziekten zouden minder kansen krijgen. Het is zelfs bewezen dat beter sanitair helpt meer kinderen school te doen lopen en te doen afstuderen. Vooral voor meisjes is het een factor van belang, waardoor de investeringen indirect ook helpen de ongelijkheid tussen de geslachten weg te werken.
Maar Laos, een van de armste landen ter wereld, heeft niet veel geld voor openbare investeringen. Volgens Hutton gaat dat bovendien bij voorkeur naar meer zichtbare noden, zoals het gebrek aan scholen en ziekenhuizen of het aftandse wegennet. De overheid verwacht ook dat mensen zelf voor een modern toilet zorgen, omdat dat tenslotte deel uitmaakt van de huisraad.
De Wereldbank vindt dat landen als Laos meer oog moeten hebben voor de kosten die het uitblijven van investeringen in sanitaire voorzieningen veroorzaken. De Bank heeft ook voor Cambodja, Indonesië, de Filipijnen en Vietnam een gelijkaardig onderzoek uitgevoerd.