Iraanse jeugd staat achter Ahmadinejad

“Iran is een land van jonge mensen, van wie de meesten in vrijheid willen leven, en de liberale democratieën bewonderen die president Ahmadinejad vreest en verafschuwt”, schreef Richard Perle vorige maand nog in een oproep naar een meer confronterende houding tegenover Iran. Perle is voormalig voorzitter van de Defence Policy Board van het Pentagon, en een invloedrijk neoconservatief.


Ook het American Enterprise Institute (de toekomstige werkgever van het Nederlandse kamerlid Ayaan Hirsi Ali) beweert bij monde van Michael Ledeen al jaren dat de Iraanse jeugd in opstand zal komen tegen de mollahs als ze maar voldoende politieke steun krijgen vanuit Washington.


Die beweringen blijken een serieuze misvatting van de houding van de Iraanse bevolking tegenover de VS, en in het bijzonder van de jeugd. Dat blijkt uit een enquête die werd uitgevoerd door Zogby International, in opdracht van Reader’s Digest. De enquête, die eind mei werd uitgevoerd in een periode van stijgende spanningen tussen Iran en zowel Israël als de VS, werd afgenomen per telefoon door 30 Farsi-sprekende Iraanse interviewers.


De steekproef bestond uit 810 volwassenen, 470 mannen en 340 vrouwen, die willekeurig geselecteerd werden aan de hand van hun telefoonnummer. Bijna 85 procent van de ondervraagden woont in een stad, de rest leeft op het platteland.


Gevraagd welke van de zes landen ze het méést bewonderen, antwoordt slechts 11,5 procent van de ondervraagden de VS (achter Groot-Brittannië en Turkije, en net voor Duitsland en Saoedi-Arabië), terwijl respondenten ouder dan 50 de VS dubbel zoveel vermelden als de groep tussen 18 en 29 jaar.


Gevraagd welke van de zes landen ze het mínst bewonderen, wordt de VS het meest genoemd, en wel door een kwart van de onderzoeksgroep, bij de groep tussen 18-en 29-jarigen is dat zelfs door een derde.


Hoewel twee derde van de steekproef niet meteen een militaire confrontatie verwacht binnen de komende 10 jaar, zegt een meerderheid van 46 procent dat ze de VS beschouwen als “een gevaarlijk land dat confrontatie en controle nastreeft”, tegenover 37 procent die de VS “een modelland om zijn waarden en vrijheden” vinden en 15 procent die de VS “niet beter of slechter vinden dan een ander land”.


De enquête suggereert ook dat de anti-Israëlische gevoelens van de Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad, meer gedeeld worden door de Iraanse bevolking dan werd aangenomen. Bijna twee derde gaat ‘akkoord’ met de stelling dat “de staat Israël illegitiem is en niet zou mogen bestaan”.


Verder blijkt de helft van de respondenten ‘akkoord’ te gaan met het standpunt dat Iran “een dominante diplomatieke en militaire rol moet spelen in het Midden-Oosten”.


Wat betreft de toekomst van de Iraanse samenleving vindt een meerderheid van 36 procent dat ze Iran “religieuzer en conservatiever” willen, 31 procent wil Iran “meer seculier en liberaal”, van 15 procent mag het land “blijven zoals het is”. Opmerkelijk is dat de steun voor een meer religieuze richting het grootst is bij de jongere groep.


Gevraagd om te kiezen tussen de ontwikkeling van nucleaire wapens, economische hervorming en de uitbreiding van vrijheden als “het belangrijkste doel op lange termijn”, blijkt ook hier de eerste optie meer steun te vinden bij de jongere Iraniërs dan bij hun oudere landgenoten.


Wel zegt een meerderheid van 41 procent van alle respondenten dat ze economische hervormingen het belangrijkst vinden. De uitbreiding van vrijheden werd weerom het minst nodig gevonden door de jongeren.


“De enquête toont de impact van 25 jaar separatie tussen de VS en Iran”, duidt John Zogby, uitvoerend bestuurder van Zogby International. “De houding van de jonge Iraniërs tegenover de VS zijn gevormd door jaren van isolatie, conservatief religieus leiderschap, en anti-VS-retoriek.


Niet verrassend is dat vrouwen meer belang hechten aan de uitbreiding van vrouwenrechten dan de mannen. Van alle bevolkingsgroepen geeft de plattelandsbevolking dat het vaakst aan als prioritair doel. De oudere leeftijdsgroepen vinden dat belangrijker dan de jongste groep.


Er blijkt een genderverschil te bestaan over de richting die de Iraanse samenleving uitmoet: Terwijl 28 procent van de mannen vindt dat hun samenleving “meer seculier en liberaal” moet worden, vindt bij de vrouwen 35 procent dat. Omgekeerd opteert 40 procent van de mannen voor “een meer religieuze en conservatieve” samenleving, tegenover 31 procent bij de vrouwen.


Gevraagd ten slotte welke buitenlandse staatsleider ze het meest bewonderen, kreeg de Russische president Vladimir Poetin veel meer steun dan zijn collega’s uit Frankrijk, Pakistan, De Verenigde Arabische Emiraten en Saoedi-Arabië. Opvallend: Poetin deed het in het bijzonder goed bij de Iraanse vrouwen.