Israëlische soldaten klappen uit de biecht over Gaza

De berichten over mensenrechtenschendingen in Gaza nemen toe maar Israël blijft staalhard ontkennen. Niet alleen mensenrechtenorganisaties voeren de druk op, ook Israëlische soldaten zelf klappen steeds meer uit de biecht.
Er duiken steeds meer berichten op dat het Israëlische leger zich schuldig heeft gemaakt aan mensenrechtenschendingen tijdens zijn 22 dagen durende campagne in Gaza in december en januari.

Een vierkoppige commissie van de Verenigde Naties onder leiding van de Zuid-Afrikaanse rechter Richard Goldstone onderzoekt de zaak en heeft net zijn veldwerk afgerond. De publicatie van het rapport wordt in september verwacht.

De voorbije dagen voerden organisaties als Human Rights Watch en Amnesty International de druk op de commissie-Goldstone op aan de hand van eigen rapporten over de gebeurtenissen in Gaza. 

Soldaten praten



Ook de Israëlische soldaten zelf praten nu steeds meer over hun ervaringen tijdens het offensief. Er zijn ondertussen 54 getuigenissen van 26 soldaten die aan de campagne hebben meegedaan. Ze komen van 14 anonieme soldaten en 12 reservisten.

Hun verhalen werden verzameld door Shovrim Shtika (De stilte breken), een Israëlische groep die geloofwaardigheid opbouwde door soldaten over hun ervaringen in de bezette Palestijnse gebieden te laten praten.

In het nieuwe rapport hebben de militairen het over “aanvaarde praktijken” zoals de vernietiging van honderden huizen en moskeeën die geen militair nut hadden, het afvuren van fosforgas in de richting van bewoonde gebieden, het doden van onschuldige burgers met kleine wapens, de vernietiging van privé-eigendom en vooral de “permissieve sfeer” bij de legerleiding waardoor soldaten konden optreden zonder morele restricties.

Johnny-procedure



De belangrijkste Israëlische media besteden wel aandacht aan de beschuldigingen maar pleiten het leger meestal vrij. Eén aspect kreeg veel aandacht, de beschuldiging dat de Israëlische soldaten Palestijnen gebruikten als menselijk schild.

Een onderofficier zegt dat hij van zijn oversten had gehoord dat ze de zogeheten “burenprocedure” toepasten. Bij deze praktijk, die intern de “Johhny-procedure” genoemd werd, werden Palestijnen die niets met de gevechten te maken hadden, huizen in gestuurd waar de Israëli’s de aanwezigheid van Palestijnse strijders vermoedden.

De onderofficier had zijn oversten horen vertellen over een incident met gevechtshelikopters die een huis aanvielen. Een Palestijnse buur werd naar binnen gestuurd om te kijken of de gewapende mannen daar nog zaten. Nadat hij tweemaal was binnen geweest, meldde hij dat twee mannen gedood waren en een nog leefde. Daarop werd een bulldozer ingezet, waarna de burger opnieuw naar binnen werd gestuurd.

Van horen zeggen


    
De brigadecommandant, kolonel Avi Peled, doet de verhalen af als “onzin”. De soldaat had zijn verhaal alleen maar van horen zeggen en was op dat moment niet eens bij de gevechten betrokken, zegt hij. Volgens Peled was er maar één geval waarin een Palestijn voor zijn troepen uit was gegaan en dat was op vraag van de Palestijn zelf, die zeker wilde zijn dat er geen familieleden meer binnen waren in het huis dat de Israëli’s wilden aanvallen.

In zijn rapport zegt Amnesty International dat bij het offensief in Gaza 1400 Palestijnen werden gedood. Daarbij

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.