Katoenindustrie West-Afrika hoopt frustraties op

De West-Afrikaanse katoenindustrie vindt dat ze dringend een groter deel van het katoen moet gaan verwerken dat in West-Afrika geoogst wordt. Maar door de lage internationale katoenprijzen - een gevolg van de subsidies waarmee rijkere landen hun katoenboeren bedenken - komt er maar geen schot in die plannen.








Een en ander werd uitvoerig besproken op een katoentop die het voorbije weekend door de West-Afrikaanse Economische en Monetaire Unie in Bamako (UEMOA) werd gehouden. In de UEMOA leven meer dan 12 miljoen mensen van de katoensector, en toch wordt nog geen vijf procent van de oogst ter plaatse verwerkt, klaagt Ibrahima Macodou Fall, de voorzitter van de regionale Organisatie van de Katoen- en Textielnijverheid (OPICT). De UEMOA telt acht landen: Benin, Burkina Faso, Ivoorkust, Guinée-Bissau, Mali, Niger, Senegal en Togo. De grootste katoenproducenten zijn Mali en Burkina Faso, die dit jaar respectievelijk 600.000 en 500.000 ton katoen binnenhaalden, twee recordcijfers.

Volgens recente studies die gefinancierd werden door de West-Afrikaanse Ontwikkelingsbank (BOAD) en het Centrum voor de Ontwikkeling van Bedrijven (CDE), zou de regio tegen 2010 een kwart van haar katoenproductie zelf kunnen verwerken. Dat zou 50.000 arbeidsplaatsen scheppen.

Maar ondanks recordoogsten en goede plannen maakt de katoensector in West-Afrika een zware crisis door. De VS en Europa pompen per jaar 2,5 à 3,7 miljard euro subsidies in hun katoensector, China steekt zijn boeren een miljard euro toe. Daardoor is de katoenprijs erg laag, en lopen de West-Afrikaanse producenten elk jaar ongeveer 150 miljoen euro mis. Mali, Benin, Burkina Faso en Tsjaad hebben die situatie vorig jaar aangeklaagd bij de Wereldhandelsorganisatie. Voorlopig heeft dat initiatief nog geen aarde aan de dijk gebracht.

Volgens Choguel Maïga, de Malinese minister van Industrie en Handel, heeft de crisis in de katoensector de voorbije jaren geleid tot de sluiting van een twintigtal textielfabrieken in de UEMOA, zowat de helft van het aantal productieplaatsen die sinds de jaren 60 in de regio zijn ontstaan.

Naar aanleiding van de regionale katoentop werd het voorbije weekend in Bamako wel een nieuwe spinnerij in gebruik genomen. Er is ongeveer 9 miljoen euro geïnvesteerd in de fabriek, die in een eerste fase 4.000 ton garen moet produceren. 80 procent daarvan zal geëxporteerd worden naar de Europese Unie en naar Mauritius, een belangrijke textielproducent. Het initiatief schept 220 arbeidsplaatsen.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.