Kaukasus opgeschrikt door bomaanslagen

De eerste aanslag gisteren vond plaats in Vladikavkaz, hoofdstad van de Russische provincie Noord-Ossetië. ‘De aanvaller blies zich op, nadat zijn auto was tegengehouden bij een checkpoint van de politie in een buitenwijk van de stad’, zei regionaal politiewoordvoerder Aslan Dzgoyev aan AP.
Een politieagent liet het leven en drie anderen raakten gewond. Volgens het Russische persagentschap Ria Novosti maakte de man waarschijnlijk deel van een groep die met explosieven op weg was van Tsjetsjenië naar Moskou. ‘Je mag zeker zeggen dat onze agenten een grote terroristische aanslag hebben verijdeld’, zei een bron binnen de politie aan het persagentschap.
Enkele uren na het incident in Vladikavkaz ontplofte een autobom nabij een populair café in de stad Pyatigorsk, in de regio Stavropol Kraj, aan de voet van de Kaukasus. 23 klanten van het café raakten gewond. Politiewoordvoerder Stanislav Belyayev verklaarde dat ‘het erop leek dat de bom een doelbewuste terreuraanslag was.’

Armoede en corruptie drijven jongeren naar militanten

Bomaanslagen en aanvallen op politie en veiligheidsdiensten zijn dagelijkse kost in de Noordelijke Kaukasus. In de provincies Tsetjsenië, Ingusjetië en Dagestan woedt al vele jaren een bloedige guerrillaoolog tussen het Russische leger en separatistische rebellen.
Op 225 km van het Tsjetsjeense Grozny, ligt Pyatigorsk dicht bij Rusland’s meest bloedige regio’s. Toch werd het populaire vakantieoord voordien nooit getroffen door geweld. Vorig jaar werd de stad echter het centrum van een nieuw federaal administratief district, dat werd opgericht om het Kremlin meer controle te bieden over de regio.
In Noord-Ossetië zijn weinig separatisten actief. Het geweld waait echter geregeld over uit de onrustige buurstaten. In 2008 was Vladikavkaz al het doelwit van een zelfmoordaanslag en ook het drama in Beslan, in de zomer van 2004, zindert bij velen nog na. Noord-Ossetië is ook verwikkeld in een territorial geschil met buurstaat Ingushetië.
Net als in Dagestan, Tsjetsjenië en Ingusjetië, drijven armoede, corruptie, overheidsgeweld en wanbeleid jongeren in Noord-Ossetië in de armen van de milities. Na een aanslag in Ingusjetië zei president Medvedev dat ‘de wortels van het geweld in de levensomstandigheden liggen, in de werkloosheid en armoede, in de clans die niets geven om de bevolking maar enkel bezorgd zijn over hun inkomsten.’
In een poging het tij te keren duidde het Kremlin in januari daarom zakenman Alexander Khloponin aan om de economie in de regio te doen heropleven. Khloponin liet zich vorige week echter ontvallen dat sinds zijn aanstelling nog maar weinig vooruitgang is geboekt.