Landbouworganisaties pleiten voor meer microkredieten

Het rapport, waaraan is gewerkt door 265 deskundigen, werd eerder al aangeboden aan secretaris-generaal Kofi Annan van de Verenigde Naties. Volgens de deskundigen kan de armoede in de wereld binnen tien jaar gehalveerd worden, als de juiste strategieën worden gehanteerd.

Microkredieten geven kleine boeren en andere ondernemers in ontwikkelingslanden de mogelijkheid om bedrijfjes op te zetten en zo hun inkomen te verhogen. Het verstrekken van microkredieten is een uiterst effectieve manier om armoede te bestrijden, zei Bage. Hij noemde als voorbeeld een project in Egypte, waar agrarische ‘micro-ondernemingen’ bemoedigende resultaten laten zien. De oogst is in sommige gevallen verdubbeld, aldus Bage.

Ook in Latijns-Amerika worden successen geboekt, vooral in Argentinië, Mexico, Peru en Bolivia. Van alle projecten die in die landen door microkredieten ondersteund worden, wordt 80 procent uitgevoerd door vrouwen.

IFAD stelt, evenals de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en het Wereldvoedselprogramma (WFP), dat het mogelijk is om de armoede in 2015 te halveren. Dan moeten de geïndustrialiseerde landen wel onmiddellijk actie ondernemen in het uitvoeren van plannen waarin microkredieten een grote rol kunnen spelen, meent de IFAD.

Ondanks het succes van de microkredieten, heeft 70 procent van de armen in de wereld nog steeds niet de mogelijkheid om leningen af te sluiten, te sparen of geld over te schrijven. Faciliteiten daarvoor zijn nodig om een klein bedrijf op te kunnen zetten.

Eén op de vijf wereldbewoners (ongeveer 1,2 miljard mensen) leeft momenteel in extreme armoede. Meer dan 850 miljoen mensen lijden honger, bijna 11 miljoen kinderen sterven dagelijks aan behandelbare ziekten als malaria, diarree en longontsteking. Ongeveer 114 miljoen kinderen kunnen niet naar school en 584 miljoen vrouwen zijn analfabeet.

Eenderde van de armen in de wereld leeft op het platteland. Zij zijn grotendeels afhankelijk van de landbouw, een sector die sinds 1988 steeds minder officiële ontwikkelingshulp (ODA) krijgt. Momenteel gaat slechts 8 procent van deze hulp naar ontwikkeling van het platteland.

Volgens Pedro Sánchez, directeur van de afdeling tropische landbouw van het Earth Institute van de Universiteit van Columbia in New York, is het tijd voor een mentaliteitsverandering bij de internationale gemeenschap. Iedereen weet, in theorie, wat de meest effectieve manieren zijn om armoede te bestrijden. Maar de politieke wil en betrokkenheid ontbreken, zei Sánchez bij de presentatie van het rapport in Rome.

Essentieel is volgens hem dat er een einde komt de ‘leenindustrie’, die ervoor zorgt dat arme landen soms vijf keer meer betalen aan rente en aflossing dan ze ontvangen aan hulp. Hij noemde als voorbeeld Kenia, waar 56 procent van de 31 miljoen inwoners leeft van minder dan een dollar per dag. Kenia krijgt jaarlijks ongeveer 100 miljoen dollar aan buitenlandse hulp en geeft jaarlijks 500 miljoen dollar uit aan het afbetalen van schulden.

De drie VN-organisaties zijn ervan overtuigd dat de ontwikkelingsdoelstellingen van de VN haalbaar zijn, als effectieve strategieën worden gehanteerd, inclusief politieke hervormingen, investeringen, bevorderen van de productiviteit en het creëren van financiële instituten op het platteland.

In 2000 werden acht Millenniumdoelstellingen aangenomen door 189 lidstaten van de Verenigde Naties. Ze omvatten onder meer basisonderwijs voor iedereen, uitroeiing van extreme armoede en honger, gelijke rechten voor mannen en vrouwen en het verbeteren van de gezondheidssituatie in ontwikkelingslanden. De doelen zouden voor 2015 bereikt moeten worden. Naar schatting is dat haalbaar als jaarlijks 100 miljard dollar geïnvesteerd wordt. Momenteel wordt de helft van dat bedrag uitgetrokken voor het bereiken van de ontwikkelingsdoelstellingen. (JS)