“Luchthavens viseren Amerikaanse moslims”

Het rapport, Unreasonable Intrusions: Investigating the Politics, Faith & Finances of Americans Returning Home, beschrijft tientallen gevallen waarbij reizigers lastiggevallen worden door agenten van het Amerikaanse Department of Homeland Security (DHS) bij hun terugkomst na een reis in het buitenland.
Volgens de organisatie onderwerpen de agenten de Amerikaanse moslims aan een spervuur van vragen over hun politieke voorkeur, financiële toestand, religieuze praktijken en hun donaties aan goede doelen. Agenten zouden ook op zoek gaan naar kredietkaarten en gegevens op laptops, digitale fotocamera’s en gsm’s.
“Die ondervragingen en doorzoekingen gebeuren zonder enig bewijs of zelfs maar een aanwijzing dat de reiziger betrokken zou zijn bij een misdrijf”, zegt de organisatie.

Contraproductief

De slachtoffers zijn Amerikaanse burgers, “jong, oud, mannelijk en vrouwelijk, een brandweerman, veteranen, studenten, advocaten, dokters en onderzoekers aan gerenommeerde universiteiten”, stelt het rapport. “De praktijken zijn contraproductief, omdat de schaarse middelen van de overheid verspild worden er bergen valse sporen gecreëerd worden. Bovendien eroderen ze de vertrouwensband tussen de overheid en de bevolking.”
Muslim Advocates is niet de enige organisatie die haar bezorgdheid uitdrukt over de ijver van de douanebeambten en het DHS. “We moeten ons afvragen wanneer het profileren op basis van ras zal stoppen”, zegt ook Michael Ratner, voorzitter van het  Centre for Constitutional Rights. “Sinds 9/11 gebeurt het lastigvallen van moslims open en bloot. Onder de richtlijnen van het FBI is het toegestaan om raciale en etnische criteria te gebruiken als basis voor een onderzoek.” Net als Muslim Advocates roept Ratner president Obama op om onmiddellijk actie te ondernemen tegen de praktijken.
Het rapport roept Obama ook op om op het DHS een onderminister aan te stellen die verantwoordelijk is voor het bewaken van de Burgervrijheden en –rechten. De minister van Defensie zou religie moeten verbieden als basis voor een onderzoek, en verduidelijken dat ook ras en afkomst geen aanleiding kunnen geven tot het starten van een ondervraging of andere gerechtelijke activiteit.