Nieuwe vrouwenmoorden in Ciudad Juárez laten stad koud

Bij de meeste mensen hier is geen sprake meer van woede en verbijstering, zegt Esther Chávez, de voorzitster van Casa Amiga, een niet-gouvernementele organisatie die de verwanten van de slachtoffers helpt. Wij zijn nog altijd geschokt, en we maken ons zorgen omwille van de straffeloosheid waarmee de moorden begaan worden en de angst waarmee vooral jonge en arme vrouwen hier moeten leven.

Afhankelijk van de bron zijn er sinds 1993 in Ciudad Juárez 300 tot 380 vrouwen vermoord. Het merendeel van de slachtoffers werd eerst verkracht, soms ook gefolterd. De moorden zijn nog altijd niet opgehelderd. Sommige theorieën schrijven de moorden toe aan duivelssekten, andere vertrekken bij de pornobusiness of de orgaanhandel.

De voorbije twee jaar hebben de Mexicaanse regering en actiegroepen hun inspanningen opgedreven om de daders van de moorden op het spoor te komen en de slachtpartij te doen ophouden, maar dat heeft nog niets uitgehaald. Tot juli 2003 was het onderzoek naar de moorden in handen van de deelstaat Chihuahua. Toen besloot de Mexicaanse regering onder druk van internationale hulporganisaties zelf een onderzoek in te stellen en toe te zien op de veiligheid in de stad. Ze benoemde een commissaris en een speciale onderzoeksrechter, en begon haar activiteiten te coördineren met activisten en hulporganisaties.

Maar volgens Lucia Melgar, de woordvoerster van een groep van elf vrouwelijke academici die eisen dat de regering opheldering brengt in de zaak, spant de overheid zich nog niet voldoende in. Volgens haar dienen sommige onderzoeken vooral de schone schijn. Samen met Chávez van Casa Amiga vermoedt ze dat er lokale politici bij de moorden betrokken zijn, of mensen uit het drugsmilieu. Ciudad Juárez, een stad van 1,2 miljoen inwoners die op een steenworp van het Amerikaanse El Paso ligt, is een draaischijf voor de drugshandel. Ook de even lucratieve mensenhandel is er goed vertegenwoordigd. Ik geloof dat het om belangrijke mensen gaat die men niet durft aan te pakken, zegt Chávez.

De Mexicaanse regering wijst erop dat haar speurwerk al aan het licht bracht dat plaatselijke politiemensen die vroeger met de zaak belast waren, niet veel ijver aan de dag legden. De regering heeft juridische stappen ondernomen tegen hen.

Er werden al verscheidene arrestaties verricht in verband met de moorden. Maar alleen Abdel Latif Sharif, een Egyptenaar, werd al veroordeeld. Hij kreeg twintig jaar voor zijn aandeel op de moord op vijf meisjes. Maar na zijn veroordeling gingen de moorden gewoon door.

De meeste slachtoffers van de voorbije elf jaar waren meisjes of vrouwen jonger dan dertig. Velen waren arm en werkten in de maquiladoras, vestigingen van buitenlandse bedrijven die voor de export produceren. Veel arbeidsters wonen ver van hun gezinnen. (PD/JS)