'Overplaatsing gevangenen stap in de goede richting'

Een andere Europese bron is voorzichtiger, door erop te wijzen dat er geen deadlines zijn gesteld aan de gesprekken tussen de autoriteiten van de Rooms-katholieke Kerk en overheidsfunctionarissen. Die gesprekken zijn sinds half mei gaande.

Dinsdag maakte de aartsbisschop van Havana bekend dat zes gedetineerden naar een gevangenis dichter bij hun huis gaan. Ze behoren tot een groep van 75 dissidenten die in 2003 lange gevangenisstraffen kregen op beschuldiging van verraad door samenzwering met de Verenigde Staten en met de bedoeling om de regering te destabiliseren.

Volgens het kantoor van de aartsbisschop gaat het om Félix Navarro, José Luis García, Iván Adolfo Hernández, Diosdado González, Arnaldo Ramos and Antonio Díaz.

De Europese diplomaat verwelkomt de eerste resultaten van de gesprekken tussen kardinaal Jaime Ortega and President Raúl Castro, gericht op het verbeteren van de situatie van de dissidenten en de uiteindelijke vrijlating van de gevangenen.

Huurlingen

Volgens de Cubaanse Commissie voor Mensenrechten en Nationale Verzoening, aangevoerd door dissident en activist Elizardo Sánchez, zitten er op Cuba tweehonderd mensen vast om politieke redenen. De regering beweert dat de gevangenen door Washington betaalde huurlingen zijn. Volgens haar zijn er geen politieke gevangenen in het land.
 
Arnaldo Ramos, een 68-jarige gevangene die een straf van achttien jaar uitzit, werd dinsdag overgeplaatst van Sancti Spiritus naar Havana, volgens Berta Soler van de Vrouwen in Wit, een groep vrouwen van gedetineerden.

Zowel Ramos als José Luis García en Antonio Díaz hebben gezondheidsproblemen. “Dit is een stap in de goede richting”, zegt Soler, de vrouw van Angel Moya - die tot twintig jaar is veroordeeld.

De bemiddeling van de kerk zorgde er eerder voor dat er een einde kwam aan demonstraties van overheidsaanhangers, die de zondagse protesten van de Vrouwen in Wit in Havana blokkeerden.

De arrestatie van de 75 dissidenten, waarvan er nog 53 vastzitten, gebeurde tijdens het bewind van de Amerikaanse president George W. Bush (2001-2009), toen de spanningen tussen beide landen opliepen. In die periode was er ook sprake van verschillende kapingen van vliegtuigen en boten door mensen die probeerden naar de VS te komen. Een van die incidenten leidde tot de doodstraf voor drie mannen die probeerden een veerboot te kapen.