"Strijd tegen verwoestijning krijgt te weinig aandacht"

Industrielanden moeten de leiding nemen bij de aanpak van verwoestijning, zegt Teo Oberhuber, coördinator van de niet-gouvernementele organisatie Environmentalists in Action (EenA). Hij waarschuwt dat het VN-verdrag over verwoestijning “dode letter” dreigt te worden, tenzij de conventie “echte mogelijkheden” krijgt.
Oberhuber ziet vooral een rol weggelegd voor de Verenigde Staten. “Dat land moet door andere landen onder druk gezet worden, anders blijft het een inactief lid van deze conventie. Die zou een effectief middel moeten zijn tegen verwoestijning, maar tot nu toe is daar weinig van gebleken.”
De conventie, die in 1994 werd goedgekeurd en twee jaar later in werking trad, moet verwoestijning bestrijden en de schade door droogte beperken in landen die daar veel mee te maken hebben, vooral in Afrika. Dat doel zou bereikt moeten worden door internationale samenwerking en effectieve maatregelen op alle niveaus.
De conferentie, die nog tot 14 september duurt, verwacht ongeveer 2.000 mensen. Daaronder bevinden zich afgevaardigden uit 191 landen en vertegenwoordigers van milieuorganisaties en ngo’s, VN-functionarissen en afgevaardigden van andere internationale organen.
De conferentie werd geopend door de Spaanse prins Felipe en prinses Letizia van Asturië. De Spaanse minister van Milieu, Cristina Narbona, zei te hopen dat niet alleen gesproken wordt over oorzaken en gevolgen van verwoestijning, maar dat ook praktische strategieën worden aangenomen. “Er is een dringende noodzaak om iets te doen aan de plaag die invloed heeft op een derde van het landoppervlak op aarde en de levens van 1,2 miljard mensen bedreigt”, zei ze.
Spanje wil daaraan een bijdrage leveren door een Europees Centrum te openen voor onderzoek naar droogte en verwoestijning in Barcelona. De verwoestijningsconventie werd in 1998 ook door de Europese Unie goedgekeurd.
De afgevaardigden waren het er op de eerste dag van de conferentie over eens dat verwoestijning een groot probleem is in Centraal-Azië en de Sahel, een landstrook ten zuiden van de Sahara in Afrika. EenA en het European Networking Initiative on Desertification (ENID) deelden flyers uit om erop te wijzen dat Afrikanen die de zee oversteken naar de Canarische Eilanden of het Europese vasteland, dat vaak doen om verwoestijning en bodemdegradatie in droge regio’s te ontvluchten.
De activisten stellen dat Spanje een goed voorbeeld is van wat op wereldwijde schaal gebeurt. “Spanje heeft te maken met degradatie van land en verlies van vruchtbare grond. Daarnaast heeft het te kampen met de destabiliserende effecten van migratie, een wereldwijd fenomeen.”
Volgens het ministerie van Milieu wordt een derde van het landoppervlak van Spanje bedreigd door verwoestijning: 159.000 vierkante kilometer op een totaal oppervlak van 506.000 vierkante kilometer is geclassificeerd als gebied dat een ‘hoog’ of ‘erg hoog’ risico loopt. In drie van de zeventien autonome regio’s die Spanje telt, Murcia, Valencia en de Canarische Eilanden, loopt meer dan 90 procent van het land risico.
In droge regio’s in Latijns-Amerika, Afrika en Azië zijn meer dan twee miljard mensen afhankelijk van landbouw. De verwoestijning heeft negatieve gevolgen voor 1,2 miljard van hen, blijkt uit cijfers van de Verenigde Naties.