Tien migrantenzaken, tien antwoorden

Zaterdaginterview met Nahima Lanjri

18 december is de internationale dag van de migrant. Goede reden, vond MO*, om CD&V-politica en asiel- en migratie-experte Nahima Lanjri uit te horen over de stand van migrantenzaken in ons land. Samen met negen middenveldorganisaties legde MO* tien onderwerpen en evenzoveel vragen voor aan Lanjri.

  • BD Nahima Lanjri BD

1. Tewerkstelling (door integratiecentrum De Foyer Molenbeek)
Brussel telt een hoog werkloosheidspercentage onder jonge allochtonen. Hoe komt dat werkgevers de allochtone jongeren niet vinden en omgekeerd?’

Nahima Lanjri:
Om te beginnen is er de bekende onderwijsuitval van allochtone jongeren, we slagen er niet in om die te stoppen. Maar ook de vraag op de arbeidsmarkt en het aanbod vanuit  het onderwijs spelen onvoldoende op elkaar in. Sommige opleidingen zijn niet toekomstgericht en oriënteren te weinig op de vraag. Sommige schoolverlaters zijn dus niet voorbereid op de arbeidsmarkt, waar nochtans jobs liggen te wachten om ingevuld te worden.

Werkgevers zouden ook meer gebruik kunnen maken van door de overheid gesubsidieerde opleidingen op de werkvloer. Evaluatie daarvan toont aan dat het werkt. En natuurlijk moeten we vooroordelen bij sommige werkgevers absoluut aangepakken. Het gaat al fout in de aanwervingsprocedures. Onderzoek toonde aan dat werkgevers weigerachtig staan tegenover vreemde namen. De overheid heeft daarbij zeker een belangrijke voorbeeldfunctie, maar juist bij overheden en parastatalen blinken allochtone werknemers uit in afwezigheid. Streefcijfers zijn een belangrijk instrument, en die kan je gerust hanteren zonder de lat lager te leggen of aan kwaliteit in te boeten. Sinds Antwerpen - na een interpellatie van mij over die ondervertegenwoordiging- een actiever diversiteitsbeleid voert, is het aantal allochtone ambtenaren van 2,2 naar 9,2 procent gestegen.

Een ander punt is dat sommige jongeren een probleem hebben met arbeidsattitude: ze willen niet elke dag vroeg opstaan of zich niet verplaatsen. En daar moeten we aan werken.

2. Huwelijksmigratie (door het Steunpunt Allochtone Meisjes en Vrouwen)
‘De CD&V wil de omzetting van Europese richtlijnen inzake huwelijks migratie. Is er geen uitholling van het mensenrecht om te huwen met wie je wil, door bijkomende financiële voorwaarden op te leggen aan wie een partner van buiten Europa wil laten overkomen?’

Nahima Lanjri:
De Europese richtlijn ontzegt het recht op huwelijk niet maar wil er voorwaarden aan koppelen. Huwelijksmigratie is de grootste instroom in België, met meer dan 30.000 personen per jaar. Ons doel is niet om die instroom drastisch te verlagen maar wel om die immigratie zo duurzaam mogelijk te maken en te voorkomen dat mensen hier zonder basis en kansen voor de toekomst  terechtkomen.

Wij stellen als voorwaarde dat je inkomen minstens 120 procent van het leefloon moet bedragen als je een huwelijkspartner wil laten overkomen. Dat is niet veel, aangezien ons leefloon van 930 euro heel laag is. Het is een andere discussie maar het is zelfs geen garantie om uit de armoede te blijven. Het is echter een grens die we moeten stellen. Langdurige werklozen en mensen met een invaliditeitsuitkering zitten in de uitzonderingsmaatregel.
Criteria, zoals een minimum aan taalkennis, zijn er omdat we belang hechten aan integratie. We willen dat mensen participeren aan de samenleving. Je kan het ook zo laten en laten rotten.

3. Integratiebeleid (door het Vlaams Minderhedencentrum)
‘Wat migratie- en integratiebeleid betreft, stellen we vast dat er niet altijd voldoende afstemming is tussen het lokale, Vlaamse en federale niveau. Wat moet er volgens u gebeuren om tot een betere coördinatie te komen?’

Nahima Lanri:
De wet legt het kader en de principes vast, niet hoe de gemeenschappen bijvoorbeeld hun inburgeringsbeleid uittekenen. Als Wallonië geen inburgeringsbeleid heeft, is dat een keuze die we moeten respecteren, ook al zou ik meer integratiebeleid wenselijk vinden. Maar nogmaals, we kunnen dit niet opleggen. Ter info: ik hoorde Joëlle Milquet wel zeggen dat er wel degelijk plannen zijn om een Waals inburgeringsbeleid uit te tekenen.
We leven nu eenmaal in een land waarbij bepaalde bevoegdheden bij de gemeenschappen zitten. Om het nu even cru te zeggen: moeten we coherent coördineren als er niets te coördineren valt? Als iedereen doet wat nodig is, is dat een goed begin. Coördinatie is vooral via de ambtelijke en ministeriële niveaus nodig. Een structuur zoals de ministeriële conferentie voor migrantenbeleid zou vaker moeten samenkomen, maar het kan niet de bedoeling zijn om alles af te schuiven op de federale overheid. Die heeft enkel de bevoegdheid over de toegang tot het grondgebied, het verwijderen van mensen, en opvang zolang mensen in procedure zitten.

4. Onderwijs (door het Minderhedenforum)
‘Welke plaats hebben discussies over levensbeschouwelijke thema’s in scholen? En hoe vult men die het beste in?’

Nahima Lanjri:
Rapporten tonen aan dat we als samenleving almaar negatiever staan tegenover alles wat vreemd en anders is. Dat is zeer verontrustend en ontgoochelend en dat vertaalt zich ook in het gedrag van kinderen.

Ook in de school van mijn dochter, nochtans een gemengde, proactieve school, stel ik een kloof vast. Het begint al bij de schoolpoort, waar allochtone en autochtone ouders apart staan. Op schoolfeesten en schoolontbijten bereiken we geen allochtone ouders. Kinderen vormen kliekjes, autochtone kinderen nodigen de allochtone kinderen niet uit, enzovoort. Dat wijst er toch dat er iets schort aan het systeem. We hebben een latrelatie, leven niet met maar naast elkaar. Er moet daadkrachtiger en vanuit een open houding worden ingegrepen op kinderen die zich systematisch negatief uitlaten tegenover bepaalde groepen. Maar ook de vragen die leven moeten beluisterd worden.

Ik denk dat er nood is om uit te leggen waarom er verschillen zijn en dat het belangrijk is veel meer op zoek te gaan naar de overeenkomsten en die te delen. Hoe vinden we de gemene deler binnen de verschillen? Iedereen, ongeacht welke afkomst, krijgt met verdriet te maken. Hoe verwerken we dat binnen een bepaalde cultuur? Hoe nemen we bijvoorbeeld afscheid van een overleden oma?

5. Nationaliteitsverwerving (door Objectief vzw)
‘De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) roept op dat landen de toegang tot de nationaliteit bevorderen, vanuit de vaststelling dat genaturaliseerde migranten beter integreren op de arbeidsmarkt. Hoe rijmt u deze aanbeveling met de Belgische tendens om de toegang tot de nationaliteit eerder te beperken?’

Nahima Lanjri:
Ik betwist niet wat de OESO zegt. Voor sommige functies is de nationaliteitsverwerving belangrijk, bijvoorbeeld om ambtenaar te worden moet je Belg zijn.

Maar je moet daar ook realistisch in zijn. Een werkgever die een goede werkkracht zoekt, en die niet van plan is te discrimineren, kijkt in de eerste plaats naar de kwalificaties, de competenties en ook de taalkennis. Die kijkt niet naar de kleur van je paspoort. Heb je die kwalificaties onvoldoende, dan verkleinen je kansen enorm. De nationaliteit helpt daar niet bij. Wat we willen is nationaliteitsverwerving migratieneutraal maken en integratievoorwaarden opnieuw inschrijven. Op maat van iedereen, zonder daar –zoals open VLD voorstelt– meteen een zwaar examen voor de elite aan te verbinden. Het moet ook mogelijk zijn om iemand de Belgische nationaliteit te ontnemen als die misdrijven begaat.

Het voorstel om de huidige wetgeving aan te passen heeft tot doel om de criteria die toch al impliciet gebruikt worden, te expliciteren en een aantal oneigenlijke gebruiken af te schaffen. Het kan niet dat sommige mensen die nooit een voet op Belgische bodem hebben gezet, Belg kunnen worden.

En laat het duidelijk wezen, dit heeft niets te maken met voorstellen van andere partijen, zoals N-VA, waar ik niet wil op ingaan.

7. Niet Begeleide Minderjarigen (NBM) (door Nina Henkens, stafmedewerker Kinderen in Nood)
‘Op dit moment zitten 130 jongeren in Brusselse kraakpanden, waaronder ook NBM. Veel van hen zijn afkomstig uit Afghanistan, een land in oorlog. Moeten deze jongeren niet prioritair beschermd en opgevangen worden?’

Nahima Lanjri:
Afghaanse vluchtelingen krijgen sowieso bescherming. Voor de specifieke groep van NBM heeft België een goed opvang- en beschermingsbeleid. Jongeren worden opgevangen in gespecialiseerde centra, en krijgen een voogd toegewezen die hun belangen behartigt. Dan wordt een procedure opgestart voor gezinshereniging of –als er geen familie meer is¬– asiel. De wetgeving is een goede basis, al is ze nog voor verbetering vatbaar. Zo vergt het verblijfsstatuut voor deze groep teveel paperassenwerk voor de voogd, dat moet vereenvoudigd worden. We moeten ook zorgen dat we een voogd aanstellen voor Europese niet begeleide minderjarigen. Die hebben nu geen recht op een voogd, maar we hebben wel degelijk jongeren die uit precaire situaties komen, zoals de Bulgaarse jongeren.

Heel jammer is dat we in de vorige legislatuur heel dicht bij een akkoord met aanpassingen stonden, het was bijna gestemd. De aanpassingen waren al geamendeerd door het kabinet. En nu wordt alles plots opnieuw in vraag gesteld, ook door de Open Vld. De opvangprocedure moet worden aangepakt, niet onze asielwetgeving.

8. Rechten voor mensen zonder papieren (door Orca)
‘Nogal wat arbeiders zonder papieren zijn slachtoffer van economische uitbuiting. Er is echter geen officieel veilig meldpunt waar die mensen klacht tegen hun werkgever kunnen neerleggen zonder het gevaar te lopen om uitgewezen te worden. Steunt u de vraag naar zo’n “veilig loket”?’

Nahima Lanjri:
Ik denk dat een eerste belangrijke rol is weggelegd voor de vakbonden of organisaties uit het middenveld zoals Orca. Die organisaties kunnen klachtendossiers ook via de sociale inspectie voor de rechter brengen zodat malafide werkgevers gesanctioneerd worden. Om terug te komen op uw vraag, een veilig loket kan, maar zeker niet bij de overheid, want dan kom je in conflict met de verblijfswetgeving. Ambtenaren zijn verplicht om die dossiers te signaleren bij de Dienst Vreemdelingenzaken.

De vraag is hier echter of we kunnen garanderen dat die mensen niet uitgewezen worden. En daar is het antwoord duidelijk nee. Als iemand illegaal op ons grondgebied verblijft, kan je dat niet toelaten. Tenzij het over slachtoffers van mensenhandel gaat. Voor hen bestaat een zeer duidelijke beschermingsprocedu.

9. Europees asiel- en migratiebeleid (door Amnesty International)
‘Een Europees grensland als Griekenland dat overspoeld wordt door asielzoekers en immigranten zonder papieren eist gedeelde verantwoordelijkheid van de centraal-Europese lidstaten. Heeft Griekenland gelijk?’

Nahima Lanjri:
Europa moet zeker solidair zijn met de grenslanden, maar dat ontslaat Griekenland niet van zijn verantwoordelijkheid. Griekenland dient de Conventie van Genève na te leven en dient dus asiel te verlenen aan hen die dat nodig hebben. Dat is een fundamenteeel mensenrecht. Uiteraard moet Europa Griekenland steunen. Dat doen we nu via Frontex, dat de Europese en dus de Griekse buitengrenzen beschermt. Maar we moeten ook steunen en ervoor zorgen dat Griekenland een deftig asielbeleid met korte asielprocedures op poten kan zetten. Opvang is een gedeelde verantwoordelijkheid van Europa. We moeten veel meer aan hervestiging binnen de Europese grenzen doen, met een minimaal spreidingsplan dat regelt dat alle lidstaten de lasten delen. Het is niet logisch dat sommige landen maar één op duizend asielzoekers opvangen en andere landen dertig op duizend. Het instellen van een minimumondergrens voor alle lidstaten zou een goede zaak zijn.

9. Terugkeerbeleid (door Vluchtelingenwerk Vlaanderen)
‘U heeft goede wetsvoorstellen om veel meer in te zetten op vrijwillige terugkeer in plaats van gedwongen uitwijzingen. Waarom horen we echter alleen dat verhaal over gedwongen uitwijzingen?’
Nahima Lanjri:
België heeft om te beginnen geen traditie in vrijwillige terugkeer. Ik denk dat er vijf keer meer middelen naar gedwongen terugkeer gaan dan naar vrijwillige terugkeer. Er bestaan goede modellen, zoals in Australië, Zweden en Canada. Daar krijgen asielzoekers bij het begin van de procedure coaches aangewezen, die de mensen ook voorbereiden op mogelijke terugkeer.

Tachtig procent van de asielzoekers wordt niet aanvaard, maar we bereiden uitgeprocedeerde mensen onvoldoende voor op terugkeer. In sommige landen keert zeventig procent vrijwillig terug, bij ons is dat een fractie ervan. We moeten dus structureel meer investeren, zodat mensen met opgeheven hoofd en een voller rugzakje terugkeren. We moeten ook meer toezien op een betere reïntegratie in hun thuisland, via partnerorganisaties.

Ik vertel dat verhaal heus wel, temeer omdat ik er inderdaad een wetsvoorstel voor heb ingediend. En ik denk ook echt wel dat de geesten gerijpt zijn om in een nieuw regeerakkoord meer te investeren in vrijwillige terugkeer. Voor alle duidelijkheid: het voorstel om coaches of terugkeerassistenten in te zetten werd door de senaat goedgekeurd. Ik moet dat idee niet meer gaan verkopen. De vraag om met coaches te werken werd gedeeld door de toenmalige regeringspartijen, ook CDH. Zelfs de PS is voorstander, maar daar klonk het dat we nu niet kunnen realiseren omdat we eerst prioriteit moeten geven aan de opvangcrisis.

10. Opvangcrisis (MO*)
‘Er gaan stemmen op dat de reactivering van het spreidingsplan (het verdelen van asielzoekers over steden en gemeenten en OCMW’s) de opvangcrisis had kunnen indijken. Klopt dat?


Nahima Lanjri: Voor alle duidelijkheid, het spreidingsplan dat werd goedgekeurd is niet hetzelfde als dat van 2006. Dat financieel spreidingsplan waarbij de OCMW’s instonden voor de toedeling van het leefloon, had heel nadelige effecten voor de grote steden. Zeventig procent van de asielzoekers vestigde zich niet in de toegewezen gemeenten. Een kopie van dat spreidingsplan zou dus een pervers effect hebben. Een nieuw spreidingsplan moet ervoor zorgen dat we onze verplichtingen nakomen zolang de procedure duurt.

Het is vooral kwestie dat de asielprocedures aanzienlijk worden ingekort. Een doorlooptijd van 15 tot 16 maanden is te lang.  Door fel in te korten voorkom je dat mensen te lang in de opvang blijven en maak je sneller plaatsen vrij. De procedurevertragende elementen zijn wettelijk al aangepakt.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.