‘Vervolg oorlogsmisdadigers in Afghaanse regering’ (Human Rights Watch)

Afghaanse krijgsheren die zich in het verleden schuldig hebben gemaakt aan mensenrechtenschendingen, moeten voor de rechter komen, vindt de Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW). Pikant detail: een aantal van hen zit op belangrijke posten in de regering van president Hamid Karzai.

Enkele krijgsheren die misdaden begingen tijdens de meest gewelddadige periode van de burgeroorlog, vlak na de val van het communistisch regime in 1992, zitten nu op belangrijke plaatsen op de ministeries van Defensie en Binnenlandse Zaken. Anderen zijn kandidaat voor de verkiezingen van september of hebben nog steeds op regionaal niveau de touwtjes in handen, meldt Human Rights Watch in een deze week verschenen rapport.

In 1992 ontstonden er hevige gevechten tussen moedjahedin-facties, waarbij Kaboel vrijwel verwoest werd. De wreedheden die in die periode begaan zijn, horen tot de ergste in de geschiedenis van Afghanistan, zegt Brad Adams van HRW-Azië. Maar tot op de dag van vandaag zijn de verantwoordelijken nog steeds aan de macht.

Een van de commandanten die verantwoordelijk zou zijn voor grove schendingen van de mensenrechten, Abdul Rabb al-Rasul Sayyaf, is nu adviseur van president Karzai. Hij heeft een aantal van zijn naaste medewerkers benoemd op posten in het Afghaanse rechtssysteem en in de regering.

Abdul Rashid Dostoem, een krijgsheer en een etnische Oezbeek die nog steeds de baas is in delen van het noorden van Afghanistan, heeft tevens een belangrijke positie op het ministerie van Defensie. Hij wordt bovendien verdacht van mishandeling van gevangenen tijdens de door Amerika gesteunde strijd tegen de Taliban in 2001.

Mohammad Qasim Fahim, een Tadzjiek die tussen 2001 en 2004 minister van Defensie was, heeft nog steeds de leiding in de Jamiat-e Islami/Sjoera-e Nazar factie van oud-president Boerhanoeddin Rabbani en de in 2001 bij een zelfmoordaanslag omgekomen Ahmed Sjah Massoed. Karim Khalili, commandant van de Hezb-e Wahdat factie, is nu een van de twee vice-presidenten van Karzai.

Deze mannen speelden bij de grootschalige mensenrechtenschendingen in 1992 en 1993 allemaal een belangrijke rol, volgens het rapport.

Human Rights Watch sprak voor het rapport met meer dan 150 getuigen, overlevenden, overheidsfunctionarissen en oud-soldaten van de moedjahedin. Daarnaast werd gebruik gemaakt van informatie van de Afghaanse Onafhankelijke Mensenrechtencommissie (AIHRC). De Afghaanse mensenrechtenorganisatie AIHRC sprak met meer dan 4.000 Afghanen, en bijna 70 procent van hen zegt destijds zelf of in de naaste familie te maken te hebben gehad met ernstig geweld.

In hetzelfde onderzoek gaf 76 procent van de ondervraagden aan het erg belangrijk te vinden dat de misdaden berecht worden en 18 procent noemde dat belangrijk. Drie van de vier ondervraagden geloofde dat het berechten van oorlogsmisdadigers de stabiliteit en veiligheid in het land bevordert.

Het rapport komt op het moment dat de zorg over de opstand van de Taliban, vooral in het zuiden en het oosten van het land, zowel in Amerika als in Afghanistan toeneemt. Vorige week schoten opstandelingen bij de Pakistaanse grens een Amerikaanse Chinook-helikopter neer, waarbij zestien leden van de Special Operation Forces (SOF) omkwamen. Een paar dagen later werden in dezelfde regio zeventien burgers gedood bij een Amerikaanse aanval op een vermeend terroristenkamp. Sinds maart zouden meer dan 450 militairen van regeringstroepen zijn omgekomen bij confrontaties met Talibanstrijders. Het lijkt er steeds meer op dat de Taliban hun heil zoeken in methodes die ook de opstandelingen in Irak gebruiken: ze werken met geïmproviseerde explosieven en plegen zelfs zelfmoordaanslagen.

Afghanistan begint steeds meer te lijken op Irak, met een ongrijpbare opstand die de wederopbouw frustreert en als een magneet werkt op islamitische extremisten, waarschuwde de Washington Post deze week in een commentaar. De New York Times merkte op dat de opstand van de Taliban verhevigd is nadat de Amerikaanse president George W. Bush in mei weigerde om de Afghaanse regering meer zeggenschap te geven over de Amerikaanse troepen in zijn land en over het Amerikaanse detentiesysteem. De afgelopen weken haalden ook diverse berichten het nieuws over mishandeling van moslimgevangenen en ontheiliging van de koran door Amerikaanse militairen.

Na de val van het communisme in 1992 begonnen diverse moedjahedin-facties tegen elkaar te vechten, met als uiteindelijk gevolg een geslaagde machtsgreep door de Taliban in 1996. Hoewel HRW in het rapport geen vergelijking trekt tussen de situatie vandaag en die in de periode 1992-1993, suggereren de auteurs wel dat het ongestraft laten van de moedjahedin-commandanten van destijds de stabilisatie in het land hindert. Als Afghanistan het verleden niet op een goede manier verwerkt, kan de geschiedenis zich herhalen, zegt Adams, die erop wijst dat het al bijna vier jaar geleden is dat de Taliban werden verdreven. (JS/PD)

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.