VN identificeren nieuwe hinderpalen op weg naar Millenniumdoelen

De VN-lidstaten beloofden in 2000 om tegen 2015 werk te maken van de strijd tegen de honger, armoede, analfabetisme en ziekte. Met nog zeven jaar te gaan lijken de positieve resultaten te worden tenietgedaan door nieuwe bedreigingen: de hoge voedselprijzen, de stijgende transportkosten, de daling van de ontwikkelingshulp en het tekort aan medisch personeel in ontwikkelingslanden.

“We zijn over de helft op weg naar 2015 en moeten een gemengde balans opmaken”, zei VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon voor de Algemene Vergadering. Ban haalde enkele positieve resultaten aan: de kindersterfte is met drie miljoen kinderen per jaar verminderd, twee miljoen mensen worden nu bijkomend behandeld tegen aids en er gaan miljoenen meer kinderen naar school. Bovendien is de macro-economische situatie verbeterd: sinds 2000 groeit de economie van het Afrikaanse continent gemiddeld met 5 procent.

“Het komt er nu op aan de successen in zoveel mogelijk landen te verspreiden”, zei de VN-baas. Hij gaf toe dat de dreigende economische recessie in de VS en de stijging van de olie- en voedselprijzen de zaak niet vergemakkelijken. Sinds januari 2008 is bijvoorbeeld rijst op de internationale markten 20 procent duurder geworden.

Ontnuchterend

De voorzitter van de Algemene Vergadering, de Macedoniër Sgrjan Kerim, haalde enkele ontnuchterende cijfers aan voor de centrale doelstellingen inzake armoede, onderwijs en gezondheid. In absolute cijfers blijft het aantal armen in Afrika stijgen om in 2015 waarschijnlijk rond 360 miljoen uit te komen. 72 miljoen kinderen gaan niet naar de lagere school, elk jaar overlijdt een half miljoen vrouwen aan de gevolgen van en zwangerschap en sterven tien miljoen kinderen voor hun vijfde levensjaar.

Josette Sheeran, de directrice van het Wereldvoedselprogramma, had het zelfs over een “nieuw tijdperk van de honger”. Heel wat landen, met name in Afrika, zullen er niet in slagen het aandeel mensen met honger te halveren tegen 2015, nochtans de eerste van de acht millenniumdoelstellingen. Het WFP vroeg vorige maand 500 miljoen dollar (322,6 miljoen euro) voor campagnes tegen de honger in 2008. De hoge voedselprijzen brengen niet alleen hulporganisaties in problemen, ze leidden al tot rellen en betogingen in Burkina Faso, Ivoorkust, Egypte en Kameroen.

De meest “trieste en shockerende” vorm van ongelijkheid tussen rijk en arm is de moedersterfte, zo betoogde de directrice van het VN-Bevolkingsfonds (UNFPA) in haar tussenkomst. Ze haalde een onderzoek uit Egypte aan waaruit blijkt dat voor elke dollar die wordt geïnvesteerd in gezinsplanning de regering later 31 dollar kan besparen op uitgaven voor onderwijs, voedsel, huisvesting en watervoorziening.

“De kosten-batenanalyse is duidelijk en de gevolgen van het gebrek aan investeringen zijn dramatisch”, zei Obaid, “De globale impact van de moeder- en kindersterfte wordt geschat op 15 miljard dollar (10 miljard euro) per jaar aan verloren productiviteit”.

“Is het niet ongelofelijk dat anderhalve dag defensie-uitgaven volstaan om elk jaar de levens te redden van een half miljoen moeders en 8 miljoen pasgeborenen ?”

Vroedvrouwen gevraagd

Een van de grote problemen om de moedersterfte aan te pakken is het tekort aan geschoold medisch personeel in ontwikkelingslanden. Afrika en Azië hebben meer dan 4 miljoen verplegers en verpleegsters nodig. Er is een onmiddellijk tekort aan 334.000 vroedvrouwen.

Volgens Obaid volstaan 6 miljard dollar (3,9 miljard euro) per jaar om iets te doen tegen kinder- en moedersterfte Dat is evenveel als de wereld gedurende anderhalve dag uitgeeft aan wapens. “Is het niet ongelofelijk dat anderhalve dag defensie-uitgaven volstaan om elk jaar de levens te redden van een half miljoen moeders en 8 miljoen pasgeborenen ?”, vroeg de directrice van het VN-bevolkingsfonds.