Voorzitter Wereldtoiletvereniging klaagt over New York

Er zijn veel te weinig openbare toiletten in New York, en het is een schande dat je in de meeste plaatsen in Europa moet betalen om naar het toilet te gaan, zegt de Zuid-Koreaanse politicus Sim Jae-Duck. Hij is voorzitter van de Wereldtoiletvereniging (WTA) die in november een internationale conferentie over sanitaire voorzieningen organiseert.
Burgemeesters van New York en het stadsbestuur discussiëren al vijftien jaar over openbare toiletten in de stad. In september 2007 kwam er een akkoord om er tegen 2007 twintig te installeren (in een stad van acht miljoen inwoners), maar veel schot in de zaak zit er niet.
De Zuid-Koreaanse Sim Jae-Duck gaf bij zijn bezoek aan New York het tegenvoorbeeld van de stad Suwon, niet ver van de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoul. Als burgemeester heeft hij daar gezorgd voor openbare toiletten met klassieke muziek die uit het plafond komt. “Een toilet is er niet alleen voor de hygiëne. Het is een weerspiegeling van iemands cultuur”, zegt hij. De verbetering in ‘toiletcultuur” paste in een campagne naar aanleiding van de Wereldvoetbalcup van 2002 in Zuid-Korea.
De internationale conferentie van Sims ‘Wereldtoiletvereniging’, van 21tot 25 november in Seoul, wil die toiletcultuur bevorderen. Ook moet een bijdrage geleverd worden aan de preventie van ziekten die samenhangen met vervuild water en de promotie van toiletten die minder of geen water verbruiken. De conferentie, waar vertegenwoordigers uit zo’n zeventig landen zullen samenkomen, valt samen met de lancering van het Internationale Jaar van Afvalwaterzuivering van de Verenigde Naties. Ruw geschat hebben twee op vijf mensen wereldwijd geen toegang tot minimale toiletvoorzieningen.
Thalif Deen