Walvisvangst opnieuw ter discussie

De hervormingen die door voormalig Ijslands Minister van Visserij Einar Sigfusson doorgevoerd werden, lieten walvisjagers in Ijsland toe om een 150 vinvissen en 100 dwergvinvissen op jaarbasis te doden. Voordien ging het slechts om respectievelijk 7 en 50 exemplaren.
Maar huidig minister en naamgenoot van haar voorganger, Steingrimur Sigfusson stuurde op een persconferentie al meteen een formele waarschuwing naar de walvishandelaars. “We hebben in een ministerraad besloten om de beslissing van de ex-minister in verband met de verhoogde quota op walvisvangst te herbekijken.”
De verhoging van de quota werd gezien als provocatie aan het adres van de interim-regering nadat de voorgaande regering moest opstappen omwille van de ineenstorting van de Ijslandse economie.
In 2006 heeft Ijsland de commerciële walvisvangst hervat ondanks de internationale verdragen van 1986 die de walvis als een beschermde diersoort beschouwen. Samen met Noorwegen zijn zij het enige land dat de opschorting van de commerciële walvisvanst niet respecteert. Japan werkt wel samen met de Internationale Walvisvangst Commissie, maar lobbyt al jaren voor een herinvoering van commericiële walvisvangst. Intussen doodt Japan jaarlijks meer dan 800 walvissen, officieel voor wetenschappelijk onderzoek.