Chemische vervuiling doorgedrongen in diepste oceaankloven

Wetenschappers van de Newcastle University slaagden erin een onbemande duikboot te laten afdalen in de Marianentrog, en in de Kermadectrog, 7000 kilometer verderop en bijna even diep. Ze namen er stalen van vlokreeften en onderzochten die op de aanwezigheid van persistente organische polluenten (POP’s).

Tot hun verbazing stelden ze extreem hoge concentraties vast van de stoffen. Dat kan diepgaande gevolgen hebben voor het ecosysteem, waarschuwen ze in een studie in Nature.

‘We denken nog altijd over de diepzee als dat afgelegen en ongerepte gebied, ver van menselijke impact’, zegt hoofdonderzoeker Alan Jamieson. ‘Maar ons onderzoek toont aan dat jammer genoeg niets minder waar is. Meer nog, de dieren die we onderzochten, bevatten concentraties die vergelijkbaar zijn met die van de meest vervuilde industriële zones in de regio.’

Pcb’s

Bij de gevonden stoffen zijn onder meer de beruchte pcb’s. Tussen de jaren dertig tot de jaren zeventig, toen ze verboden werden, werden wereldwijd naar schatting 1,3 miljoen ton pcb’s geproduceerd. De stoffen kwamen in het milieu terecht via industriële lekken, illegale dumping en via afvalstorten. Eens in het milieu doen ze er tientallen jaren over om te worden afgebroken.

De auteurs vermoeden dat de stoffen hun weg vonden naar de kloven via vervuilde stukken plastic en dode dieren die naar de oceaanbodem zinken, waar ze worden afgebroken door de vlokreeften en andere dieren.

Ecosysteem

Grote vraag is welke invloed de persistente stoffen kunnen hebben op het bredere ecosysteem, en dat willen de wetenschappers nu verder onderzoeken.

‘Dat we dergelijke buitengewone concentraties van die stoffen vinden in een van de meest afgelegen en moeilijk toegankelijke habitats op aarde confronteert ons met de vernietigende impact die de mens heeft op deze planeet’, zegt Jamieson. ‘Het is geen mooie erfenis die we achterlaten.’