Het einde is nabij

Bij aankomst in Kampala voelt het al meteen anders aan dan voorheen: dit land zal nooit meer hetzelfde zijn. Het einde kondigt zich aan. Het einde van wat?

De verkiezingsaffiches zijn nog overal goed zichtbaar, anderhalve maand na de verkiezingen. Niet de geringste inspanning werd gedaan om deze visuele pollutie uit het gezichtsveld te verwijderen. De regen en de wind zullen er nog een hele tijd werk aan hebben.

Maar het is niet dat wat het meest in het oog springt: het is de oproerpolitie.

Ik had hen nooit eerder gezien. Maar nu lopen ze in de hoofdstad met veel nadruk: met meer dan twintig zijn ze. Ze laten zowat vijf meter tussen henzelf en hun voorganger. Dat maakt veel meer indruk dan kort achter elkaar lopen. Hun gladiatorenhelm met gezichtbeschermend traliewerk laat niet de geringste twijfel bestaan over hun onverzettelijkheid. Hun wapenstok en machinegeweer evenmin. Later zou iemand me zeggen dat een mensenrechtenorganisatie onderzoek heeft gedaan naar de uniformen van ordehandhavers. Hij vond er 25, waarvan er gemiddeld 4 tot 5 gekend zijn bij de bevolking. Maar al die andere?

Dat krijg je als een regime zich ervan bewust wordt dat het zijn normale diensttijd aan het overschrijden is. Dan graaft het zich in op kosten van de belastingbetaler om alle mogelijke uitingen van onburgerlijk gedrag snel de kop te kunnen indrukken.

Hoezo, hoor ik je zeggen, Museveni heeft toch de verkiezingen gewonnen?

Volgens hem wel, inderdaad, met 68,38% van de uitgebrachte stemmen. Maar de getuigenissen over onregelmatigheden in de kieshandelingen komen niet enkel van de oppositie, ook de EU-observatoren zijn hard in hun commentaren. Er verschijnen ook geen cijfers over de kiesopkomst, zodat we zouden berekenen hoeveel % van de Oegandezen M7 reëel hebben herverkozen. Het aantal mensen dat niet is gaan stemmen uit protest tegen de voorspelbare afloop was ongetwijfeld hoog.

Zeker in de steden. Dat blijkt meteen als enkele weken later Museveni en zijn partij de NRM er niet in slagen hun kandidaat te laten verkiezen tot burgemeester van de hoofdstad. De burgemeestersverkiezingen op 23 februari lopen fout als blijkt dat er al volgepropte stembussen in de kieslokalen staan, die bovendien te vroeg zijn opengegaan zodat geen controle mogelijk was. Geweld brak uit in de straten als protest, en een nieuwe verkiezingsdag werd vastgelegd op 14 maart.

De kandidaat gesteund door de oppositie, Erias Lukwago, haalde het makkelijk met 64% van de stemmen, tegen slechts 33% voor de kandidaat van de partij van Museveni. Maar dat had de grote man al zien aankomen, of wat dacht u? Dat hij dit zo maar zou laten gebeuren?

Neen hoor: gouverner, c’est prévoir, zei Emile de Girardin ooit. En de man had gelijk.

Dus wat deed Museveni? Hij zorgde tijdig voor een herziening van de Kampala Capital City Act. De hoofdstad komt voortaan onder directe controle van de centrale regering te staan, door de invoering van de functie van uitvoerend stadsdirecteur, die wordt benoemd door… de president. De burgemeestersfunctie werd verwaterd tot een louter ceremoniële functie. En alsof dat nog niet volstaat, voorziet de nieuwe wet zelfs dat de president desgevallend een “cabinet minister, a state minister or both” kan aanstellen om toe te zien op het beheer van Kampala. Hoever zal de man nog gaan om zijn belangen veilig te stellen, en de spot te drijven met democratie?

Dat hij de verdediging van de ondemocratische Kadhafi op zich neemt, verbaast dan ook niemand. Wat de publieke opinie wel verbaast is dat nu eindelijk in de krant te lezen is dat de investeringen van de oliebaas in Oeganda veel verder gaan dan de restauratie van de Old Kampala moskee. Blijkt dat hij ook meerderheidsaandelen heeft in de Tropical Bank, Uganda Telecom, Lake Victoria Hotel en de National Housing and Construction Corporation! Van nationale soevereiniteit gesproken…

Maar de tabloids vinden de relatie tussen Kadhafi en de Queen mother van Toro veel interessanter. Hun romance begon al in mei 2001, toen Museveni werd ingezworen als president na zijn verkiezingsoverwinning en zijn vriend Kadhafi had uitgenodigd voor de ceremonie. Kort erna bezocht de kolonel zijn nieuwe vriendin opnieuw, en sedertdien investeerde hij al 2,5 miljoen £ in de restauratie van het koninklijk paleis, en kocht hij huizen “voor de jonge koning Oyo” in Kampala en Londen. Sinds haar echtgenoot Koning Patrick Olimi Kaboyo II in 1998 was overleden, kon ze zich dat soort vrijheden veroorloven.

Every time I get down on my knees I pray for him. The pain of seeing him suffer and his people dying is becoming too much for me to bear”, citeren de kranten haar gretig. “She appealed to African heads of state to support Gaddafi to win the war and oust the rebels that have destabilised Libya”.

Dat die ”rebels” ook “people” zijn is blijkbaar al een te moeilijke equatie voor een tabloid. Het is hier al niet anders dan in Europa…

 

Op één van de grote rotondes van Kampala, waar de tabloidverkopers hun werk doen, was mijn oog gevallen op een ongewoon reclamebord. “De trompetten schallen. Ben je er klaar voor?” bloklettert de boodschap, gevolgd door de datum “21 mei 2011”, en een doorverwijzing naar een website.

Ik vroeg aan mijn taxichauffeur of hij weet waarover dat bericht gaat. Geen flauw idee. De dag erop vroeg ik het aan een andere. Weer niets. Ik ben dan maar eens naar de website gaan kijken, en sta versteld: in onnoemelijk veel talen en alfabetten staat daar een gedetailleerde argumentatie waarom op die dag de wereld zal vergaan en het Laatste Oordeel zal worden geveld. Wiskundig afgeleid vanuit een ondubbelzinnige interpretatie van objectief verifieerbare gegevens uit de Bijbel.

In hoeveel landen staan die borden nu opgesteld? In hoeveel landen zou die campagne nu worden gevoerd, vraag ik me af. Hoeveel geld moet dergelijke campagne niet kosten? Natuurlijk vind je altijd wel enkele rijke Amerikaanse fanatici die het zekere voor het onzekere willen nemen, en hun persoonlijk fortuin in dat soort projecten willen steken. Waarom voer je in godsnaam zulke dure campagne, als de boodschap zo onduidelijk blijft?

Op mijn hotelkamer besluit ik de Apocalyps van Johannes er eens op na te lezen. Dank zij de Gideons vind je overal in Afrika een drietalige Bijbel in elke hotelkamer. In Apocalyps 7: 4 – 8 vind ik het antwoord. Slechts 144.000 gelovigen zullen uitverkoren worden. Het komt er dan op aan om je christenplicht te vervullen door ruchtbaarheid te geven aan het nakende einde van de wereld, maar dat liefst niet té opvallend te doen, opdat niet al teveel mensen het ernstig zouden nemen, gelet op het beperkt aantal zitjes: amper twee duizendste procent van de huidige wereldbevolking. Als je dan ook alle vorige generaties nog eens meetelt…

 

Maar het is tijd om naar Lira te vertrekken voor mijn opdracht, en het reclamebord verdwijnt uit mijn hoofd, tot… we Lira binnenrijden. Het weer is bloedheet, stoffig en drukkend. Ik snak naar een ijskoude pint.

Wat is het eerste dat ik zie in het straatbeeld van Lira? Een nóg groter reclamebord pal in de drukke handelsstraat, met exact dezelfde boodschap op, maar deze keer in het Luo. Van alle mensen aan wie ik er een vraag over stel heeft niet één begrepen wat de boodschap betekent.

We zoeken een hotel, en vinden het Gracious Palace Hotel. Op de richtingaanwijzer staat in kleinere letters de ondertitel “a Christian hotel”. Ik aarzel eerst, maar na navraag blijkt het om het enige hotel te gaan met een enigszins betrouwbare internetverbinding. Geen keuze dus.

Ik vraag aan de rijzige dame van de receptie of ze dat bord in de handelsstraat al eens heeft gelezen. Ze valt volkomen uit de lucht, heeft geen flauw idee waar ik het over heb. Zelfs als ik haar zeg wat op het bord staat: nooit gezien!

Ik vraag haar met uitgedroogde lippen wat de ondertitel van het hotel betekent, of dat betekent dat enkel Christenen hier welkom zijn. “O neen hoor,” zegt ze zonder aarzeling. Onze baas heeft dat gewoon beslist om de gunsten van God te vragen opdat de zaken goed zouden draaien. Hier wordt niemand uitgesloten. “Kijk maar”, zegt ze, en ze trekt het naamplaatje op haar uniform wat dichter naar mijn ogen, “zoals je aan mijn naam kan zien ben ik Moslima, en toch kan ik hier werken”.

“Daar ben ik heel blij om”, antwoord ik opgelucht, terwijl ik al smachtend rondkijk om de bar te lokaliseren en mijn uitgedroogde weefsels zo snel mogelijk te kunnen rehydrateren met parelend gerstenat. “Maar zeg me eerst, wat is dan het verschil tussen dit Christian hotel en een gewoon hotel?”, vraag ik nog.

“Ach”, antwoordt ze me geruststellend met een hagelwitte betoverende glimlach, eigenlijk is er geen enkel verschil met een ander hotel. Op één klein verwaarloosbaar detail na: hier schenken we geen bier…..”.

Ik kijk meteen op mijn polshorloge: ik lees daar niet 21 mei, en tóch voelt het aan alsof de wereld vergaat….

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2781   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2781  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.